uit het archief van de Ridderleenhof Carsfeld te Gulpen [RHCL, Inventarisnummer 9178]
14 juli 1741
Overdracht van land tussen Simon Tossainet en Frans Hustin.
21 juli 1742
Overdracht en verheffing voor Frans Hustin, gehuwd met Catharina Peerboom in opdracht van Simon Tossaint,
gehuwd met Anna Magillis.
31 augustus 1742
Vernaederinge (naasting) voor Mathijs Crutserclaes in opdracht van Frans Hustin.
10 oktober 1749
Verheffing voor Catharina Peerbooms, weduwe van Frans Hustin. Haar zoon Joannes Hustin wordt tot ophelder aangesteld.
19 december 1749
Verheffing voor Jan Ruijschop na overlijden van Frans Hustin. Jan Hessel wordt tot ophelder aangesteld.
uit het archief van de Ridderleenhof Carsfeld te Gulpen [RHCL, inventarisnummer 9178]
4 september 1744
Verheffing voor Francis Delnoij, gehuwd met Anna Duijsings.
5 december 1749
Verheffing voor Joris Peerbooms gehuwd met Gertruid Crutserclaes, Gillis Crutserclaes gehuwd met Jenne Leenaerts,
Joannes Hutsemakers voor Anna Tossaint weduwe van Mathijs Crutserclaes, Hubert Crutserclaes, Adam Delnoij gehuwd met
Maria Bour en Anna Duijsings weduwe van Francis Delnoij, na overlijden van Francis Delnoij. Cresant Peerboom,
zoon van Joris wordt tot ophelder aangesteld.
Haeffstoot van Elijsabeth BINDELS, wed. van Johan KIRCKHOFF
Op heden den twaelfden meert seven
thien hondert vier en viertigh compareer
de voor ondergeteickende schepenen
en secretair der Hooffd Bancke Holseth
vaels en vijlen Elijsabeth Bindels weduwe
van wijlen Johan Kirckhoff op haer
bedde dusdaenig sieck daerneder lig=
gende dat deselve niet op ’s Heeren
straet heeft kunnen verschijnen
verclaerende geheel en al stief van
leden te wesen sijnde deselfde egter
gesunt van verstand en in vollen ge
bruijk van haer Redenen en me
morie gelijck ons uijterlijck is ge
bleecken welcke comparante dus
op haer sieck bedde lieggende oick verstaen
de dat deselve van Eenige daeren hae
re gereijde goederen onder deselver vier
kinderen hadde laeten daelen en dat
niet meer overig heeft als haer
kleederen en linnen tot derselver lic-
haem gehoiren de als mede Bedde
laeckens en war noch verders mochte
wesen waerover deselve vervolgens naer
costuijme deser Bancke hiermede
verclaert te disponeeren willende
en begeerdende dat deselve
oft de verdere gereijde
goederen dewelcke sij noch mochte
kunnen nae te laeten nae haer
overlijden alleenlijck sullen genoeten
en geproffiteert worden door derselve soon
Johan willem Kirchoff hebbende de com-
parante vervolgens een stroehalm aan haer
vorn. soon overgericht die denselven met
alle dankbaerheijdt ontfangen heeft in
oirconde van waerheijdt heeft de comparante
der nevens ons Eigenhandig onderteeckent
aldus gepasseert ten haere huijse aen
den Heijberg onder vijlen op dag
en dato als boven /:was get./ dat X is
het merck van Elijsabeth Bindels wed.
Jan Kerckhoff verclaerende niet te
konnen schrijven Henr: Schmalhausen
scabs Johan Albertus Trosdorff scabs
Abr. Brull secrs
1745 12 Meert verb. met 1 B
1746 12 Meert verb. met 1 B
1747 12 Meert verb. met 1 B
1748 12 Meert verb. met 1 B
1749 12 Meert verb. met 1 B
1750 12 Meert verb. met 1 B
1751 12 Meert verb. met 1 B
1752 12 Meert verb. met 1 B
1753 12 Meert verb. met 9 .. aix
In de Catalogus parochianus van Gemmenich dd 24 mei 1709
In die Grunbempten
beroep: shohedecker
Sibilla Klinckenbergh colebs 55
Frederick Panckart filius ejus illigitimus 29
Petronella Walrall uxor ejus 38
Catharina Panckart 5
De vermoedelijke vader van Fredricus PANCKART vinden we terug in Ter Bruggen; hij is
inmiddels getrouwd met Trein MULLENDERS.
Ter Bruggen
beroep: spillman
Conjuges: Frederick Panckart 49 en Trein Mullenders 49
Maria Panckarts habitat in Beusdall 26
Christian Panckart opilus apudlich Mohr 13
Trein Panckart 8
Hubertus Panckart 2
‘Obligatie ten laste Jan Wetzels ten behoeve de gemeente deeser dorpe’
[gem. archief Heerlen, schepenbank Heerlen, gichtregisters, fiche nr. 12, p. 520 e.v.]
Op 11 februari 1756 wordt een akte van obligatie nedergelegd bij de schepenbank van Heerlen.
Jan Wetzels is gehuwd met Catharina Plumeeckers en woont te Vrüsschenbroek. Jan Wetzels verklaart dat hij aan de
gemeente van het dorp Heerlen een bedrag van 50 pattacons of wel 200 gls maastrichter cours schuldig is. Dit geld
had Jan Wetzels gebruikt voor het kopen van een stuk land van Jan Brull. Jan Wetzels is deze som van 200 gls schuldig
aan de heer predikant Crena [?].
De predikant verkoopt blijkbaar zijn schuldvordering aan de gemeente van het dorp Heerlen tegen dezelfde condities
als in de oorspronkelijke obligatieakte overeengekomen; o.a. de jaarlijkse betalingen, 4 % rente en de mogelijke vordering
van de betreffende onroerende goederen bij evt. wanbetaling van de schuldenaar. Jan Wetzels geeft in onderpand:
• huis, hof en weide gelegen in Vrüsschenbroek ter grootte van 1 bunder, reijgenoten aan de ene lange zijde Joannes
Krekels en aan de andere lange zijde Peter Meijers, de voorkant grenst aan de weg
• een stuk land ter grootte van 124 roeden gelegen aan de Tichelbeek; reijgenoten aan de lange zijden:
enerzijds de erfgenamen van Joh: Fransen en anderzijds het voetpad naar Welten, de voorkant grenst wederom aan de
openbare weg en de andere korte zijde aan het land van Nicolaes Dammers. Het betreft hier een laatgoed vrij van lasten.
‘Obligatie van 400 gls maestr. Cours in behoeve van Nicolaus Vonk en ten laste van Joannes Wetzels’
[gem. archief Heerlen, schepenbank Heerlen, gichtregisters, fiche nr. 18, p. 697 e.v.]
Op 15 mei 1770 compareerden voor de schepenen van de hoofdbank van Heerlen Joannes Wetzels en notaris H. Hupkens
als vertegenwoordiger van Nicolaus Vonk. Volgens de akte is Nicolaus Vonk van origine afkomstig van Heerlen en woont
momenteel binnen de stad Maastricht. Verder lezen we dat hij onghuwd is.
De oorspronkelijke akte werd opgemaakt te Maastricht voor notaris Hupkens op 25 april voorafgaande aan de
registratie voor de schepenbank van Heerlen.
Comparanten zijn dus: Nicolaus Vonk en Joannes Wetzels van Vroschenbroek, gehuwd met Catharina Pluijmackers.
Joannes Wetzels heeft het contante bedrag van 400 gulden Maastrichter cours op die dag gekregen uit handen van Nicolaus
Vonk. Joannes Wetzels verplicht zich tot het terugbetalen van een jaarlijks bedrag van 18 gls met een rente van 4,5 %.
Volgende onroerende goederen worden door Joannes Wetzels in onderpand gegeven:
• zijn woonhuis ‘met aangehoorige schuure, stallingen en mesthoff’ gelegen in Vroschen broek,
ter plaatse bekend ‘aan de straat’. Belendende percelen: Joannes Kreeckels en de huiswijde van Joannes Wetzels zelf.
• De huiswijde, groot 200 kleine roeden, begrensd enerzijds door Petrus Meijers, anderzijds Christiaen La Haije,
het betreft hier beide laatgoederen.
• 135 roeden land gelegen aan de Tiggelbeek, reijgenoten Nicolaes Smeets en Joseph Wetzels.
• 150 kleine roeden land gelegen … , buren zijn Nicolaes Smeets en de weduwe Penders
• 100 kleine roeden land gelegen in ’t Benzenrader veld; dit perceel wordt begrensd door het land van Mathijs
Spijckers en dat van Wilhelmus Wetzels.
• 120 kleine roeden weide, met de ‘Bouw daeropstaende’; reijgenoten zijn Caspar Pieter Dautzenberg en
Weeren Palant
‘coopacte van Joannes Wetzels voor Theodoor Ritzen’
[gem. archief Heerlen, schepenbank Heerlen, gichtregisters, fiche nr. 20, p. 116 e.v.]
Op 20 oktober 1773 wordt deze akte nedergelegd bij de schepenbank Heerlen nadat de akte zelf de dag voorheen
werd voor notaris Cotzhuijzen van Heerlen werd opgemaakt.
Comparanten:
- verkoper: Johannes Wetzels, gehuwd met Catharina Pluijmackers, inwoners van Vroschenbroek
- koper: Theodoor Ritzen, gehuwd met Gertruijd Jongen, ook inwoners van
Vroschebroek
Het betreft een stuk akkerland gelegen in het Caumerveld.
Het stuk grenst aan beide zijden aan het land van Theodoor Ritzen. Een hoofd
Ligt aan de Akerstraat.
Grootte van het perceel: 73 roeden
Koopsom: 5 ½ schelling ‘loopende geld’ per kleine roede
Godsheller: 2 mark
Het geld wordt meteen doorgesluisd naar de schoonzoon van Johannes Wetzels, te weten Hans Hendrik Meijers.
Hij heeft dit geld nodig om gerechtskosten, advocaat en procureur te betalen. In de akte wordt overeengekomen dat de
schoonzoon over dit bedrag rente zal moeten betalen tot het bedrag zal zijn afbetaald. Mocht Joannes Wetzels vóór deze tijd
overlijden, moet het bedrag verrekend worden met zijn andere erfgenamen.
‘…comparants overige kinderen te egaliseeren, zijnde voors: land leen off laat
goed in Caumerhoff, belast met de leen of laat schattinge. En drie koppen roggen
in den Caumer pagt, alwelke pagt aan de Cooppenn: is worden gekort, neemende
dien volgenden inkooper deze schatt en pagt met den jaere 1774 tot sijnen laste,
sijnde voorts los, liber en vrij,…’
Als getuigen treden op: H. Lamberts [advocaat] en Henricus Milchers [halfwin op Benzenrade]
‘Obligatie voor Johan Joseph Haemel ten laste Jan Wetzels’
[gem. archief Heerlen, schepenbank Heerlen, gichtregisters, fiche nr. 20, p. 701 e.v.]
Op 20 september 1776 compareert voor de schepenbank Heerlen notaris A.M. Giede als vertegenwoordiger van Joannes Josephus
Haemel. Hij verzoekt tot registratie van een akte van obligatie opgemaakt in zijn kantoor te Maastricht op 13
september l.l.
Bij die akte traden op als getuigen: Thomas De la Haije als vertegenwoordiger van zijn vader Christianus De la Haije
[= zwager van Jan Wetzels]. Jan Wetzels is gehuwd met Catharina Pluijmekers en woont in Vroschenbroek.
De heer Joannes Josephus Haemel is inwoner van Maastricht en scherprechter van de stad.
Het geleende som bedraagt 600 gls maastrichter cours tegen een rente van 5%.
Als onderpand gelden volgende onroerende goederen verkregen uit de erfenis van de vader van de comparant
[verwezen wordt naar een akte voor not. Pelt op 12 november 1765]:
• ouderlijk huis, mesthof, stallingen en huisweide gelegen op de ‘froschenbroek’, reijgenoot: Joannes Ceukels
• ½ van de huisweide ter grootte van 140 roeden en 6 voeten; de weide wordt begrensd door het land van Peter Meijers,
het veld en de straat
• 30 kleine roeden bempt, gelegen aan de Tichelbeek; reijgenoten enerzijds als anderzijds de weduwe Smitz,
voorhoofd ‘het straatjen’
• 93 kleine roeden ‘uijt een meerder stuck lands geleegen in het Bensenrader Velt’
reijgenoten: Matthijs Spickarts en de voorkant grenst aan den …. Veldweg
• 129 kleine roeden en 2 voeten land gelegen aan de Tichelbeek begrensd door enerzijds Joannes Vraetzen en de
voorkant aan het ‘straatjen’
• 65 ½ roeden land gelegen in het Heeserveld; reijgenoten Hans Peter Gorissen, Johannes Plummen en Joannes Cloot.
• 74 ½ roeden land ‘uijt een meerder geleegen aen gen … ‘ ; reijgenoten: de ‘wederdeijling’ en de voorkant de weduwe
Smitz.
• 50 kleine roeden land gelegen onder de huisweide; reijgenoten Hans Peter Jorissen, de huisweide en
de voorzijde door Joannes Krekels en het voetpad.
• 70 ½ kleine roeden land gelegen ‘op gen stijn’; reijgenoten: Laurens Mertz, Matthijs Spieckaerts,
‘een voorhoofd de agterbaar’
• 34 roeden en 4 voeten beemd gelegen ‘omtrent de weijden’; reijgenoten: Joannes Wetzels, P. C. Dautzemberg.
De totale waarde van deze goederen wordt geschat op 320 Pattacons.
Dan volgt een akte dd 27 april 1776 opgemaakt bij notaris Cotzhuijzen te Heerlen, waarbij Christianus De la Haye,
halfwin te Watersleij en gehuwd met Odilia Wetzels borg staat voor de obligatie ter waarde van 600 gls van zijn
zwager Joannes Wetzels.
‘Coopacte van Jan Wetzels voor Wilhelmus Arets’
[gem. archief Heerlen, schepenbank Heerlen, gichtregisters, fiche nr. 23, p. 168 e.v.]
Op 9 mei 1781 wordt een koopakte tussen Jan Wetzels en Wilhelmus Arets geregistreerd bij de schepenbank Heerlen.
De akte werd opgemaakt bij notaris Cotzhuijzen te Heerlen op 30 april voorafgaande.
Comparanten:
- verkoper: Jan Wetzels gehuwd met Catharina Pluijmaeckers en wonende te Vroschenbroek
- koper: Wilhelmus Arets gehuwd met Maria Catharina Cloot, eveneens wonende te
Vroschebroek
Het betreft een weide gelegen te Vroschenbroek ter grootte van 74 roeden. Het
perceel wordt begrensd door het land van de koper enerzijds en het land van
Peter Gorissen anderzijds. Een hoofd van het stuk ligt aan gemeentegrond.
Koopsom: 30 pattacons ‘loopende geld, den Pattacon ad twee en seventig mark aix Godsheller een mark’
De weide is een zgn. laatgoed, echter vrij van lasten, met uitzondering van de ‘Laatschatten’. In de akte wordt
overeengekomen dat de koper deze kosten van het lopende jaar voor zijn rekening neemt.
Belastingplichtige onroerende goederen
Deze lijst werd opgemaakt per ‘rott’ [buurt] in 1779. Naast de omschrijving van het betreffende onroerende
goed [‘situatie’] wordt in deze lijst vermeld: grootte, de namen van de buren van het betreffende goed, titel van
eigendom; m.a.w. hoe de betreffende persoon aan het goed gekomen is en de erflasten en belasting [‘schatt’].
Onder de ‘rott’ Vruschenbroek en Bensenraede vinden we de opsomming van de eigendommen van Jan Wetzels,
gehuwd met Catharina Pluijmakers, terug.
Alle goederen zijn verkregen uit erfenis van zijn ouders, behalve nr. 4 en het laatste; het 4de perceel heeft Jan
via erfenis van zijn schoonouders en het laatste heeft hij verkregen via erffmangelinge met Peter Vrusch.
1. huijs, mesthoff en weijde geleegen op Vruschenbroek, reijgenoten: eene lange sijde pr. Casp. Dautzenberg,
d’andere wed. hend. Cloot,een hooft peter Meijers
grootte: 120 kleine roeden
belasting: Heele schatt
En aen de … goederen ½ Cop rogge,volg. … fol. 959 betaelbaer met pr Casp. Dautzenbergh
2. weijde, met daer neffens leggende stuk lants gelegen op Vruschenbroek, reijgt: eenersijde Peter Meijers,
d’ander Christ Lahaij, een hooff de straet
grootte: 280 kleine roeden
belasting: Heele schatt
En aen de Domeijnen 2 oort, volg. … no. 207
3. weijde gelegen op Vruschenbroek, reijg: eene lange sijde de straat, d’andere Willem Wetzels, voorhooft
Joseph Wetzels, het ander Hans Will. Voraetsen
grootte: 70 kleine roeden
belasting: Heele schatt
En aen de Domeijnen 5 Cop molter rogge volg. … no. 163 betaelbaer met
Joes heusch C.s.
4. weijde gelegen op Vruschenbroek, reijg. Eende sijde verscheijde erven, d’andre Lambert Smeets, een hooft de
gemeente
grootte: 74 kleine roeden
belasting: Heele schatt
5. lants gelegen op de steen, reijg: eene sijde Mattijs Spijkers, d’ander wed.e Laurens Meens,
een hooft den Aekerwegh
grootte: 72 kleine roeden
belasting: Heele schatt
En aen de Domeijnen 2 coppen haever, 1 Cop molter rogge, in de hoeve van hend. Cloot
6. lants gelegen int bensenraedervelt, reijg:eene sijde mattijs Spijkers, d’andere Will. Wetzels, een hooft den
voetpat
grootte: 93 kleine roeden
belasting: Heele schatt
En aen de Domeijmen 1 ½ Cop haever, in de hoeve van peter casper Ritservelt
7. lants gelegen aen de tighelbeek, reijg: eene sijde wed.e thomas rooseboom, d’andere joseph Wetzels,
eene hooft de straat
Grootte: 220 kleine roeden
Belasting: Heele schat
8. lants gelegen aen de Aar, reijg: eene sijde nicolaes Smeets, d’andere Christiaen La Haije,
een hooft Nicol. Smeets
grootte: 64 kleine roeden
belasting: Heele schatt
9. lants gelegen in het heeservelt, reijg: met eene sijde Will. Haanraets, d’andere joes Ploemen,
een voorhooft de hees
grootte: 135 kleine roeden
belasting: heele schatt
10. lant gelegen aen het haegendooske, reijg: eene sijde den voetpat, d’andere Will. Wetzels, een hooft de hees
grootte: 63 kleine roeden
belasting: heele schatt
en aen de domeijmen 1 Cop haever in de hoeve van Leenart Ceibeits
Op 14 mei 1743 werd voor het gerecht van Mheer een erfeniskwestie geregeld tussen de kinderen van Andries Ploumen
enerzijds en hun oom Laurens Ploumen anderzijds over de erfenis van Joanna, dochter van Leonard Ploumen. Op 5 juni 1742
was in deze zaak bepaald dat Laurens Ploumen en diens broer Lambert een helft zouden krijgen en Louwijs, Machiel en
Jacobus Beckers de andere helft. Lambert Ploumen was echter ondertussen kinderloos overleden, hetgeen aanleiding gaf
tot een nieuw geschil. De erfenis, 1850 gulden groot, werd thans verdeeld tussen de kinderen van Andries Ploumen en diens
broer Laurens. Van het erfdeel van de kinderen werd echter 169 gulden en vijf stuivers afgetrokken wegens proceskosten.
Nicolaas en Margriet Ploumen kregen hun aandeel uitgekeerd. Het aandeel van hun minderjarige zusters Maria en Magdalena
bleef tegen 4% uitstaan. Vervolgens verkocht Laurens Ploumen zijn aandelen uit de erfenis van Joanna en Lambert Ploumen
in huis, hof, weiden en landerijen te Banholt aan Joannes Beckers voor 1621 gulden en drie stuivers.
[RAL-LvO 3289, 20r-23r].
De erfgenamen [Jan, Gillis, Maria (overleden) en Margaretha] van Hupert KIRCKHOFF verkopen land ‘op allerleij’
aan Gillis GIJMMENICH. Houbrecht KERCHOFFS is gehuwd met Maria SENTEN.
[01.075, inv.nr. 9692, p. 27 e.v]
De eerste DELNOY duikt op in Gulpen op tegen het einde van de 17de eeuw. In de “status animarum” van Gulpen, die dateert uit de jaren 1675-1677 [RHCL, inv. nr 44.4], komt nog geen DELNOY voor. Aangezien de “status animarum” een complete volkstelling is, waarin ook hervormden staan, kan uit de afwezigheid in de lijst geconcludeerd worden dat er toen niemand met de naam DELNOY in Gulpen woonde. De eerst DELNOY heeft zich klaarblijkelijk in Gulpen gevestigd met kinderen die nog klein waren. Alle DELNOY’S die in het begin van de 18de eeuw in Gulpen trouwden en hun kinderen daar lieten dopen, treden over en weer bij elkaar op als doopgetuigen evenals hun echtgenotes c.q. echtgenoot. Op basis hiervan kan men volgende familiesamenstelling reconstrueren: Ida, Henricus, Johannes, Jacobus, Otto, en Egidius. De ouders van deze kinderen heetten naar alle waarschijnlijkheid Henricus en Margarita. De naam ‘Henricus’ wordt gegeven aan 3 kinderen. In alle gezinnen (behalve dat van Otto, die geen dochters heeft) is ‘Margarita’ of ‘Margaretha’ de eerst gegeven meisjesnaam, behalve bij Egidius; hier wordt het jongste meisje zo genoemd.
1700
Willem DAELEN tegen Adam MISPELBOOM
Betwisting rechtsgeldigheid testament van Palm DAELEN
[RHCL; 01.178 [Graafschap Gronsveld], lijst van processen gevoerd voor de schepenbank Slenaken, inv. nr. 740]
8 juni 1708
Overdracht tussen Willem Caenen van 's Gravenvoeren en Adam Mespelboom gehuwd met Marie Crutserclaes
[RHCL, LvO, inv.nr.9179 dd 8 juni 1706]
7 september 1708
Akte van ruiling waarbij het klooster van Adam Mespelboom 6 grote roeden land bij de Wettelsheide verwerft,
tegen een grondrente van een vat rogge en 3 vat spelt
[RHCL, archief klooster Hoogcruts Noorbeek/Slenaken, 14.D057]
26 april 1675 Peter Schiffelers tot Simpelveld winhof de Waelbrouck, reliqieuse Johanna Schiffelers,
moye (tante of stiefmoeder) Anna Jongen [Not. H. Munix Maastricht RAL inv 1269]
In 1677 heeft hij grond liggen boven "den Waelbroick" in Simpelveld.
Hij wordt in 1683 genoemd als vaandeldrager van de schutterij St. George in Simpelveld.
Op 21 april 1694 verklaart Peter dat hij voor 15 jaren land ruilde met Jacob Schutz een stuk 1 m 20 r boven de Vroinkoul
tegem 1 m 15 aan het heyligen huysken aan de Simpelvelderweg. [OCGL nalatenschap pastoor Russel].
In een briefje van 6 maart 1701 met betrekking tot Jan Hamers staat: mede naar Aecken genomen uuijtte penningen van
Peter Schiffelers in naem van de wed. Lemmen Spee ten behoeve van de erfgenamen van wijlen Jan Haemers op de Prickert
de som van 182 Akense daler, gerekend ad 9 gl 2 Aeckense merk." [Hamers bulletin 14/98].
Het huwelijk werd gesloten met een dispensatie wegens bloedverwantschap in de derde graad.
Jean DORTU was landbouwer op de boerderij Soureth onder Simpelveld [1681-1692]
Uit volgende akte uit het archief van de schepenbank Heerlen van 4 februari 1683 blijkt dat hij in de problemen komt
met het betalen van de ‘schatpenningen’; hij neemt hiervoor een hypotheek op waarbij Pacque DE HESELLE van de Crombacherhof
voor hem borg staat.
De akte luidt als volgt:
“Op huijden den 4 febr. 1683 Compareerde voor ons
Stadthouder ende schepenen der hoofdbancke herle
Jean Dortu in sijnen alingen Eestoel sittende met
Jenne Neuff-Cour, halfwin op den hoff Soureth alsoo
den voorn(oemde) Comp(aran)t in groote noot is tot betaelingen der
Schatpenningen, ende alle daege gedreijght wort, van
Schatheffer om geexcuteert te worden tot voldoeninge
van sijn achter-staedige Schatpenn(ingen) daeromme ge=
nootsaeckt is tot Lichtingen van eenige penningen,
o is door Intersessie van goede vrienden, die den heere
Schouteth deser bancke, hebben opgemaakt, dat hij
soude uijtlangen een Capitael van vijffenseventigh
patta(cons) in Specie tot uijtblussingen van alle Schaede
ende costen, Welcke voors(egde) Somme hij Comp(aran)t bekent
op dato deses ontfangen te hebben, belovende deselve
wederomme te restitueren, tegens toecoemende Octob.
met den Interesse van dien, tegens ses ende een quart
pro cents, in cas van misbetaelinge stelt de voors(egde) Comp(arant)
alle sijne beestialen, om daeraen te erhaelen het voors(chrevene)
Capitael met den Interesse van dien, ende tot meerder
Assurantie en Verseeckeringe van dien, stelt sich
voor Crutionaris S(eigneu)r Pacque de Heselle tegenswoordig
halfwin op Crombach, tot welcken eijnde hij mede is
Verobligerende sijn persoon ende goederen hebbende
ende vercrijgende waer deselve oock mochten gele=
gen wesen .......
In een akte uit dezelfde schepenbank van 5 augustus 1705 wordt hof Soureth
verhuurd aan Willem CUIJSTERS. In deze akte wordt verwezen naar de pachtovereenkomst van 25 gb 1681 tussen
Antoinetta Isabella de Merode, wittwe van Wylré en Jean DORTU.
le 20 février 1713
Acte notarié
Cejourdhuÿ vingtième jour du mois de febvrier an mil sept cents et treize pardevant moÿ soubsigné notaire etc...
personnellement comparut Jean Ruwet sique marit à Barbe Dortu d'une part et Michiel Dortu partie faisans tant pour
luÿ que pour Jean, Jacob, Catherine, Jenne et Marie Dortu ses frers et soeures absents d'autre, parde lamême ledit premier
comparant at été si avisé et délibéré qu'il at cédé et transporté comme par cette heritablement et a toujour en faveur dudit
second partie faisans comme dit est present acceptant toutte telle parte et portion qui compette et appartient et peut
competter et appartenir audit premier du cheff de laditte Barbe Dortu sa femme dans tous biens meubles et tenans nature
de meubles que dans les immeubles et tenans nature d'immeubles leurs provenants conjointement tant de feu Jean Dortu et
Jenne Neuve Cour leurs respectives père, beaupère,mère et belmère que d'antre cheff tant par tout nul exception nÿ réserve
nicom la parte des mines et ...ebion de houilles clains et action qui auroit pú appartenir à laditte barbe des predits cheffs
pour par le même second et ceux pour qui il fait partie en rester jouir et profitter tout comme ledit premier ou laditte
barbe sa femme auroit pu faire, ce fut au moÿen et parmÿ que ledit premier at connu et confessé den avoir receù dudit
second partie faisans comme dessus la juste valeur et de sen tenir content et satisfait en donnans par cette quittance
absolutte audit second comparant sans y vouloir jamais plus rien pretendre ny réclamer parmÿ aussi que le même premier ne
serat molesté nÿ recherché pour aucune fautte qui pouroit provenir du cheff de sesdits beaupère et belmère ce qui at été
promis par ledit second. Le tous sous les obligations réciproques desdits deux comparants et de tous un chacuns leurs biens
meubles et immeubles présents et futturs tout par tout aÿans commis et constitué tous porteurs pour le premis faire
renouveller et réaliser pardevant touttes Courtes et Justices que besonig serat et requis qu'act leur en soit par moÿ dit
notaire fait en forme, ainsi fait et stipulé les jour, mois et an que dessus au lieu de Bolland en présence du Sr Mathieu
levaux eschevin de Warsage et de Catharine Cardole servante au chateau de Bolland, témoins à ce requis et appeles.
Suivent les signatures de Jean Ruwette, M Dortu, M Leveau, la marque +de Catherine Cardole, et la signature du Notaire
Delwaide.
'Transport voor Gerrit Schillings van Gerret Wetzels’
[gem. archief Heerlen; schepenbank Heerlen, gichtregister, fiche nr. 8, p. 203]
Op 15 september 1727 verkoop Gerret Wetzels gehuwd met Gertrudis Harst aan Gerrit Schillings weduwnaar van Joanna HARST
diverse stukken land. Het eerste betreft een akker gelegen in het Bensraeder veldt. Reijgenoten: beide lange zijden worden
begrensd door enerzijds het land van Joannes Fransen en anderzijds het land van Barbara Vliegen. De hoofdzijde van het
perceel wordt gegrensd door de weg. Het stuk heeft een grootte van 207 roeden. Het tweede stuk land eveneens in het
Bensenraderveld gelegen ter grootte van 80 roeden wordt aan de hoofdzijde eveneens begrensd door de weg. De twee lange
zijden grenzen aan het land van Hendrik Heuts en aan dat van de erfgenamen van Frans Derik Haasse [?]. Het volgende stuk
land is gelegen in het Welter Veldt. Als reijgenoten worden genoemd aan de lange zijden de koper zelf en aan de andere
zijde verschijdene erven. Langs het voorhoofd bevindt zich het land van Gerrit Dautzenbergh. Het laatste perceel is gelegen
aan de Daelsbergh. Naast de koper zelf zijn de erven van den Dohm als buren genoemd. De voorhoofd wordt begrensd door den
Graeff. Het stuk heeft een grootte van 107 roeden. De prijs die de koper voor dit land betaald is 3 schellingen per roede,
met uitzondering van het 2de stuk; hiervoor moet hij 4 schellingen per roede betalen. Voor licop wordt door beide comparanten
overeengekomen: Godsheller 5 stuijvers. Deze percelen zijn nog belast met een schuld; en wel bij Lamberts de Cortenbach en
bij de wed. Valiers. De koper overneemt bij krachte van deze akte naast deze schuldvorderingen ook de schattingen over het
jaar 1728 voor zijn rekening.
‘Transport van d’Erffgeñ Willem Meens voor Gerard Wetzels’
[gem. archief Heerlen, schepenbank Heerlen, gichtregister, fiche nr. 10, p. 55]
4 oktober 1740
verkoper: de erfgenamen van wijlen Willem Meens, te weten:
1. Gerrit [Geurt] Maes[sen] x Catharina Jabits [voorheen gehuwd met Willem Meens?]
2. Willem Beumers x Gertruijd Meens
3. Dirck Hinskens x Helena Meens
4. Joannes Meens x Elisabeth Scheeren
5. Simon Meens x Cornelia Habits
6. Elisabeth Spijkers x Joannes Meens, geassisteerd door haar voormunders Jan Hamers en Simon Meens
7. Simon Meens x Agnes Heijnen
8. Herman Lindelauff x Ida Meens
9. Jan Hamers x Anna Meens
10. Werren Palland x Maria Catharina Cloots
koper: Gerard Wetzels, gehuwd met Gertruijd Haerst
Het betreft een huijs, hoff, mesthoff, coolhoff, stallingen, weijders en landerijen, gelegen op vreuschen broek ter
grootte van 2 bonders, 3 sillen [?] en ettelijke roeden.
Het land werd op 17 juni 1740 opgemeten door de landmeter Nicolas Vaessen.
Gerardus Wetzels betaalt hiervoor 1.700 gulden Maastrichter koers.
De navolgende jaarlijkse lasten rusten op deze goederen:
1. 1 vat rogge in de graftelijke saekrenten
2. 1 vat rogge aan hubertus Rhoebroek
3. 6 copen haever en twee oort in haer Hoog. Moog. Domeijnen
4. 2 ½ capuijn aan het huis de Peerboom
Verder neemt de koper de jaarlijkse schattingen die op deze goederen rusten op zich.
‘Transport van Cath: Wetzels wed.e van jan Boest cum suis voor Gerret Wetzels’
[gem. archief Heerlen; schepenbank Heerlen, gichtregister, fiche nr. 10, p. 132]
10 oktober 1741
De verkoper is Catharina Wetzels, weduwe van Jan Boest. Zij wordt geassisteerd door enige van haar meerderjarige kinderen,
te weten: Mathijs Boest, Lambertus Merkelbach gehuwd met Petronella Boest, Anna Maria Boest, Maria Catharina Boest en
Geertruijd Boest. Deze kinderen vertegenwoordigen hun minderjarige broer en zus Conradus Boest en Elisabeth Boest.
De koper is Gerret Wetzels gehuwd met Geertruijd Haerst. Het betreft een weide gelegen in Vruschenbroek. Het perceel wordt
aan zijn ene lange zijde begrensd door het eigendom van Peter Meijers. De andere lange zijde en een hoofd grenst aan het
land van de koper. De andere hoofd grenst aan de straat. De grootte van het stuk wordt omschreven als 139 kleine roeden en
enige voeten. De prijs die Gerret Wetzels hiervoor betaalt is 35 stuivers [Maastrichter koers] per kleine roede.
Het stuk is belast met een ½ vat rogge in de graeftelijcke saekrenten. Ingaande het volgend jaar neemt de koper de belasting
over dit perceel over.
‘Pagtcedulle tusschen Den … Heer arnoldi god: Loijens en de D’Eerb: gert: Haast wed.e wijlen gerard Wetzels’
[gem. archief Heerlen; schepenbank Heerlen, gichtregister, fiche nr. 12, p. 232]
30 november 1753
‘Op Heeden den dertigsten november seventhienhondertvijftig en dreij compareerde voor ons onderges: scheepenen der vrijheid en Hoofdbanke te Heerlen Hermanus Beerens qqa en leijde needer dit neffensgaande acte versoekende dat ’t selve volgens teneur in punctis et clausulus mag worden gerenoveert ende gerealiseert het welk hem mits deesen is worden verleent en is also nae deeser Hoofdbank regt in hoeden van regten gekeert
salva et acte … supra
get: .. Lamberts L.g. Belt
H. Lamberts …
Op huijden den 27 september 1752 compareerden voor mij Arnold Morren openbaer notaris binnen de stat Maastricht residerende
en in presentie van de geloofw: getuijgen naergenoemt den … Heer Arnoldi godefridus Loijen oud scheepen deser stat, den
welken bekende en verklaerde in eenen jaerlijxen geldpagt uijtgegeven verhuurt en verpagt te hebben gelijk doet kragte
deeses sulx aen in behoeve van d’eerbaere gertruijd Haast wed.e wijlen gerard Wetzels alhier present en acceptante sijns
Heeren comparants pagthoff met onderhoorige landerijen en verdere ap en dependentien van dien gelegen omtrent sittart Lande
van gulijk genaamt de Watersleijde en sulx voor den tijt en toust van twaelf agter een volgende jaaren den halven tijt
aftelbaer … het van beijde parthijen believen sal … malkanderen een half jaer te vooren waerschouwende aenvanck nemende met
den halven maert 1753 aenstaende en dat jaerlijxen alle voor regt soo van de … landerijen als weijden ome ende voor eene
geheele somme van seventhienhondert guldens bbats Maestrigter Cours in twee egale termijnen jeder met de opregte helfte der
bedongene Pagtpenningen van half tot half jaer alhier binnen deese stat aen den Heer verpagter te betaelen op poene [?] van
Expiratie deeses toust ter … en optie van den Heer verpagter en verder onder deese naervogende Conditien.
Als eerstelijk dat bij aldier den Heer verpagter geduurende deesen Toust nog eenige spleetleenen mogte koomen te
consolideeren, so sal de pagteresse gehouden zijn deselve ook onder haeren ploege te neemen en voor jeder boender
jaerlijx te betaelen seventhien gulden Maest. Cours voors. en sulx boven de gemelde seventhienhondert guldens.
De pagteresse sal gehouden zijn de verlooren Rijnsteenen wederom op te soeken en sorgdraegen dat deselve en andere niet
afgeackert worden ofte verlooren.
De pagteresse sal gehouden weesen alle de vloetgragten langs ’t Bosch en de nieuwe Allées, bereets gemaekt en nog te maeken,
alle jaer op te maeken te reinigen en wel te onderhouden.
De pagteresse sal ook gehouden sijn de spooren in de voors. Allées langs het Bosch en ander welke nog mogten gemaakt worden
jaerlijx te laeten toevullen en in cas van eenige sakkinge ofte insinkinge deselve met land off steen geruijs wederom
effenen.
De pagteresse sal ook gehouden sijn alle vaerwegen wel te onderhouden de diepe spooren jaerlijx te vullen en effen te
maeken.
De pagteresse sal ook gehouden sijn jaerlijx te leveren de noodige mist tot den hof ad twee lange karren den welken den
Heer verpagter staet aen te leggen agter den nieuwen bouw ter plaets daer haer sulx sal aengeweesen worden.
De pagteresse sal ook gehouden sijn jaerlijx binnen deese stat ten huijse van de Heer Verpagter te leveren ses sacken van
het beste fruidt uit de weijde en sulx ter keuse en optie van de Heer Verpagter sulx soo lange tot dat de boomen in den
nieuwen boomgaard sullen fruijt draegen, als wanneer de helfte van alle de appellen, peeren en fruijt in alle de weijden
en voors. boomgaard te … schen sal sijn en blijven voor de Heer verpagter, en door de Pagteresse sal moeten gelevert worden
ten huijse van d’Heer verpagter binnen deese stat.
De pagteresse sal ook geen houd meer moogen kappen of genieten uit het Bosch welke den Heer verpagter voor sig privatelijk
is reserveerende maar, sal aen desleve aengeweesen worden de cap= en froij [?] boomen staende langs het Bosch ofte elders
Sulx tot haer noodig backhoud en sal geene hooge afgaande boomen toucheeren ofte eenige takken aen deselve afhakken naer
gaede slaen dat deselve niet worden afgehouwen ofte beschadigt, alsmeede sal sij pagteresse geen schaepen geijten bocken
of hoorvee in den Bosch moogen laten weijden, op poene van alle schaeden en interesse aen haer als voor te erhaelen.
De pagteresse sal ook moeten sorge dragen dat haeren scheeper de schaepen aen geen jonge bommen ofte jonge geplante heggen
sal moogen laeten bijten op poene dat sij aen den schaede daer door veroorsaekt sal moeten vergoeden.
De pagteresse sal ook gehouden sijn jaerlijx en op sijnen bequamen tijt, volgens den thaes [?] sal aengeweesen de
fruitboomen van haer quad houd te suijveren gelijk ook de haegen en de selve daer sulx van nooden is bijplanten en sal
daervoor het voors. quaad houd en verstorven houd genieten voor haer Bakhoud.
De pagteresse sal ook gehouden sijn de Distelen Doornen en alle quade struijken in de weijden d’neffen en Boomgaarden
staande, alle jaeren uijt te roijen alsmede gehouden in jaerlijx ten dienste van de Heer verpagter te doende noodige
vragten en karreweijen naer boenders getal iedere karre ten minsten met dreij paerden bespannen, dog indien deselve verders
als vier uuren van de voors. hoff souden moeten gedaen worden soo sal …jeder van dier gelijke karreweijen gereekent worden
voor een dubbelde en sal den Heer verpagter voor jeder part’s daags goed doen een half vat haver als meede het tol en weeg
geld.
De pagteresse sal ook gehouden sijn de Leenstuere anstonts te betaelen denwelken an haar door den Heer verpagter bij
overleevering van de quittantie sal worden goedgedaen en soo daer eenige paartsdienst moet gedaen worden sal sij pagteresse
op het spoedigste aen haeren Heer Principael sulx adverteeren opdat dese selven in geen faute envallen en bij aldien dat de
pagteresse in gebreeken kwaem te blijven van tijdige waerschouwinge soo sullen de kosten daervoor te vallen koomen tot
laste van deselve.
Aengaende de schatt van anderhalf boenderen Lande gelegen in ’t Lant van spaensch valckenborg verklaert de pagteresse ten
haeren privativen laste te neemen en waervoor sij vrij en sonder iets daervan te betaelen sal cultiveren het spleetleen het
welken hij Heer uijtgever van Sr. Philip Paulussen geconsolideert heeft.
De pagteresse sal ook gehouden sijn de huijsinge van haere wooningen schuuren stallingen en allen vorderen anhang soo in
daeken en wanden loffelijk te onderhouden, en in cas den Heer verpagter den hof ofte huijsinge soude moeten ofte willen
repareeren, soo sal de pagteresse de noodige materealen moeten bijhaelen en dit alles op haere kosten en sal deselve ook
gehouden sijn aen de arbeijders te geven het logement, waervoor deselve sal genieten den afval te weeten de coppen en
spaenderen der boomen tot den bouw gebruijkt wordende en tot timerhoud onbequaem en betaelende een vierde paert in de
verdongene daglooner. En soo den Heer verpagter nog iets kaem te bouwen aen sijne wooninge sal de pagteresse de arbeijders
moeten logeeren sonder daervoor iets te pralendeeren als meede sal den Heer uijtgeever moogen afneemen van de weijde daer
den nieuwen bouw op staet als behooren sal noodig te weesen ende goedvinden sal.
De pagteresse sal ook gehouden weesen alle jaeren eene leijste aen den Heer verpagter over te leeveren van het getal der
landen die bezaijt sullen zijn, jeder in haere natuure, soo van soomer als van wintervrugten alsmede hoe veel boender
sij gemest heeft.
De pagteresse sal ook geenen quitslag moogen pretendeeren ter oorsaake van miswaas heijskragt ofte haegeslag /’t geene
god verhoede/ ten sij hetselve soude koomen te excedeeren een derde der besaijde Landereijen en alsdan gehouden zijn het
selve … dreij daegen daernae aen den Heer verpagter aen te kondigen, om de behoorlijke visitatie te doen, en indien
gevallen alsdan gehandelt te worden naer behoore en gelijk aen naebuurige pagten ofte huurders gedaen sal worden.
De pagteresse sal ook gehouden sijn alle jaeren in de weijde te planten twaelf fruijtboomen en bij ofte omtrent den Hoff
twaelf eijke ofte olmeboomen en sulx ter plaetse daer haer sulx sal aengeweesen worden, alsmeede sal sij Pagteresse geene
landen ofte weijden van deesen Hoff aen jemand anders van haere zijde off hand moogen verhuuren ofte aen jemand anders over
laeten, sonder expres consent van den Heer verpagter.
Ook sal de pagteresse geen stroij ofte mist van den Hoff moogen vercoopen ofte laeten afvaeren maer deselve alle jaeren op
de Landerijen van voors. Hoff gebruijken en sal sij ook geene andere Landen ofte Erven moogen huuren ofte aenneemen maer
gehouden sijn de Landen en Erven van den voors. Hoff loffelijk [?] te mesten ackeren en cultiveeren ten naebuuren prijse en
soo den Heer verpagter ofte jemand van de sijnige somers ofte der winters buijten was soo sal sij pagteresse leveren de
noodige melk ad … de kanne ende kiekens ofte andere mondkost volgens accord met malkander daer over te maeken.
De pagteresse sal bij het expireren van deesen toust allen ’t stroij en caaf op den voors. Hoff moeten laeten sonder
daervoor iets te kunnen af moogen prelendeeren voor … … , en sal ook bij het aftrekken van deesen Hoff off bij expiratie
van deesen toust, niet meer Land mogen besaijen met harde vrugten als vijff en dertig Boenders.
Awelke conditien voors. Pagteresse aengenoomen heeft stiptelijk te sullen naekoomen ende agtervolgen, alles op poene van
prompte expiratie deeses toust en spreeckende verders voor goede en präcise betaelinge der jaerlijxe gestipuleerde
pagtpenningen op den gestelden teijt, als meede caveerdende voor alle schaede van vuur en brand die door haer ofte derselver
Domistequen onagtsaemhijt veroorsaekt mogten worden /waervoor god verhoeden wil/ en tot verseekeringe der eventueele
pagtpenningen en alle aenkleven der conditien in deesen toust vermelt soo verklaert sij pagteresse soo specialijk als
generalijk te verobligeeren haer persoon meubele als immeubele presente en toekoomende goederen geende daervan uijtgesondert
waer en tot wat plaetse gelegen en vindbaar, om aen allen deselve bij wanbetaelinge der jaerlijxe pagtpenningen ofte andere
defaulten ter keuze en optie van den Heer verpagter erhael genoomen te kunnen worden naer costuijmen locaal en plaatse ofte
bankenregt ook met consent in de realisatie deeses voor allen Heeren Hoven en regters competent ten tien eijnde
constitueerende allen ende eenen jegelijken thoonderen deeses acts in solidum en spreekt hij heer verpagter voor verpagtinge
als meede voor behoorlijke reparatien en noodbouw voor soo veel hij van sijne sijde daertoe gehouden is onder gelijk
verband als naer regten, aldus gedaan gepasseert en gestipuleert binnen Maestrigt op dag maand en jaar ut supra ter presentie
van Willem Lemmens en johannes ekermans beijde als getuijgen hiertoe versogt die de minute deeses beneffens de comparante
met mij Notaris hebben onderteekent en gehandmerkt /:onderstont:/ quod attestor /:get:/ A> Morren Nots. Pubs 1752
In de Catalogus parochianus van Gemmenich dd 24 mei 1709
Fulckerich in die Gass
Beroep: ackerleuth
Anna Born vidua Schijn Schijns 52
Jan Schijns 27
Jaspar Schijns 22
Andreas Schijns habitat op die Koulen 19
Maria Schijns habitat in Sippenaecken 15
Willem Schijns 15
Peter Schijns 10
In het leenboek 1608-1684 staan de namen van mannen vermeld die gerechtigd waren als leenmannen of plaatsvervangende stadhouders deel te nemen aan de zittingen van het leenhof van de Vrije Heerlijkheid Wittem. Gerard PESSERS staat hierin vermeld in de periode van 1677-1683; verder staat er vermeld dat hij gehuwd was met Maria SCHUMKENS dochter van Reinard. Verder blijkt dat de vader van Jan Renier PESSERS, Gerard heette uit de stukken uit het archief van Wittem betreffende het proces tussen Jan VAN WERST de Oude en Daem HAGELSTEIJN [zie ‘VAN WERSCH 800 jaar’, p. 264-286].
De door hem en zijn vrouw nagelaten goederen, gelegen te Retersbeek, worden door hun kinderen gedeeld.
Het betreft o.a. een huis, waarvan delen gaan naar Joannes Drummen, Peter Raemaekers en Michiel Odekerken.
[landmeter Hendrik Rhoen 29 augustus 1742]
Jan KERCKHOFF wordt in de periode van 1650-1661 vermeld in het leenboek als bezitter van leengoederen in Epen en Mechelen. Bezitters van leengoederen of wel leenmannen waren gerechtigd deel te nemen aan de zittingen van het leenhof van de Vrije Heerlijkheid Wittem. Deze zittingen vonden op ongeregelde tijden plaats en werden voorgezeten door de drost, ook stadhouder genoemd [800 jaar VAN WERSCH, p. 240].
‘scheijdinge en delinge der erffgenamen van wijlen Ardt HUSTIN en Anna huijsvrouwe, beijden zaliger’,
dd. 17 april 1652 . Hun nalatenschap werd in 10 parten verdeeld. De delingsakte werd op 8 januari 1671
ingeschreven en gerealiseerd bij het schepengerecht van Mesch.
[RAL, Schepenbank Mesch 01.181, inv.nr. 25, p. 18 e.v.]
Over de nalatenschap ontstonden tussen de erfgenamen enkele geschillen. Zie onder meer Schepenbank Mesch 01.181,
inv.nr. 4, een voorin het register gelegen los blad dd 29 januari 1671. Schepenbank Mesch 01.181, inv.nr. 6,
ordinaire vergadering van de schepenen en leenmannen van Mesch gehouden op 29 januari 1693]
25 juni 1658 [RAL, schepenbank Mesch, inv.nr. 01.081 nr. 24]
Gerard HUSTIN x Cornelia VONSHEN
ex Art HUSTIN
26 oktober 1652
Rekening afgelegd door Jan Crutzerclaes als collecteur van de 'extraordinarisse lasten' over het jaar 1651-1552(?)
met bijlagen, afgehoord 1652 oktober 26 [RHCL, 01.075, inv. nr. 8920]
Maart 1657
Rekening afgelegd door Jan Crutzerclaes als collecteur van de omlage van maart 1657 met bijlagen,
niet afgehoord [RHCL, 01.075. inv. nr. 8924]
27 maart 1658
Rekening afgelegd door Jan Crutserclaes als collecteur van een omlage van 1657.
zonder bijlagen, afgehoord 1658 maart 27 [RHCL, 01.075, inv. nr. 8926]
1658/1659
Stukken inzake Jan Crutserclaes tegen de justitie van Gulpen over de rechtspraak door de schepenen,
gevoerd voor het hoofdgerecht van het Land van ’s Hertogenrade
[RHCL, 01.075, inv. nr. 8791]
pachter van de hoeve Hoffalis te Ubachsberg met tien bunder, drie sillen en 66 roeden land en tegelijkertijd pachter van vijf bunder en 75 roeden land gelegen te Uachsberg van de erfgenamen van Hendrick UBACHS [RAL, toegangsnr. 01.075, inv.nr. 144II, Ubachsberg, 1663]
Eigenaar en bewoner van een huis te Heerlen met een bunder en vijftig roeden land
[1663, RAL, toegangsnr. 01.075, inv.nr. 144II, Heerlen]
uit “van Wersch 800 jaar”, p. 367-369
Jan van Werst overleed in 1646 op de Heuvelhof. Zijn zoon Gillis werd de volgende bezitter. Hij was getrouwd met Helena
Schoumans. Na zijn diensttijd als luitenant van het koninklijk leger voerde hij het beheer van de Heuvelhof.
Gillis en Jan hadden bij de verdeling van de nalatenschap van hun vader de betaling van de rente over de lening uit 1628,
groot 200 pattacon, op zich genomen. Op 21 juni 1652 verklaarden de kinderen van hun zuster Joanna voor de schepenbank
van Simpelveld vanaf heden dit bedrag met de rente schuldig te zijn aan jonker Michiel van Schaesberg. Hun ooms, Gillis en
Jan, werden door deze verklaring hiervan ontlast. Als zekerheid stelden de kinderen hun erfgoederen van wijlen hun
vader Jan Smets als onderpand. Namens de kinderen Smets traden in deze op, hun broer Goswin en hun zuster Elisabeth,
die gehuwd was met Peter van Beucken.[ LvO, inv.nr. 2712, 21 juni 1652]
Gillis van Werst, die inmiddels tot schepen van de bank van Simpelveld benoemd was, en zijn echtgenote Helena Schoumans,
verkochten in 1658 de Heuvelhof met alle toebehoren aan Urban le Clerq en zijn vrouw. Hiervan zonderden zij echter uit,
een stuk land gelegen op de Baenerheide dat zij zelf wensten te behouden. De verkoop vond plaats onder de volgende
voorwaarden:
• het land op de Baenerheide zullen Gillis en zijn erfgenamen voor altijd ewelijck behouden, Urban zal de hierop
rustende jaarlijkse cijns en andere lasten voor zijn rekening nemen
• op St.-Gillisdag [1 september] zal Urban jaarlijks 2 mud spelt moeten
leveren aan Gillis en zijn erfgenamen
• eveneens jaarlijks zal Urban een van de runderen van Gillis op zijn weide laten grazen
• en tenslotte zal Gillis jaarlijks uit Urbans boomgaard een appelboom
mogen uitkiezen
[LvO, inv.nr. 1017, 10 juli 1658]
Gillis van Werst overleed in Simpelveld op 29 juni 1665. Zijn weduwe, Helena Schoumans, bleek alsnog een bedrag van
400 daalder schuldig te zijn aan haar zwager Jan Smets en zijn schoonzoon Peter van de Beucken.
[LvO, inv.nr. 2714, 10 januari 1666]
Haar laatste aflossing deed zij op 4 februari 1667 in bijzijn van haar zoon Jan en haar schoonzoon Jacob Schutz.
[LvO, inv.nr. 2714, 4 februari 1667]
Enige jaren na de verkoop door Gillis van Werst van de Heuvelhof aan Urban le Clerq, werd door Peter van de Beucken,
gehuwd met Elisabeth Smets, tegen deze overdracht geprotesteerd. Zij was een nicht van Gillis van Werst, dochter van zijn
zuster Joanna. Omdat door dit transport het oorspronkelijk familiegoed in handen van derden kwam, kon Peter Van de Beucken,
als naaste verwant, gebruik maken van het geldende naastingsrecht. Door voor de schepenbank van Eijs te verklaren dat hij
de indertijd overeengekomen verkoopsvoorwaarden en de daaruit voortvloeiende verplichtingen zal overnemen, werd hij door
de schepenen in het bezit gesteld van de Heuvelhof. Al gauw bleek dat Peter verzuimde punt twee van de voorwaarden,
namelijk het jaarlijks leveren van twee mud spelt, na te komen. Helena Schoumans, weduwe van Gillis van Werst,
geassisteerd door haar schoonzoon Jacob Schutz, had reeds meerdere malen om beslaglegging van de goederen van Peter
verzocht. Daarop besloot Reynard de Breijl, vrijheer van Eijs, bijgestaan door zijn schepenen, dat Peter terstond aan
zijn verplichtingen diende te voldoen. Tevens werd hij veroordeeld tot het betalen van alle in deze zaak gemaakte
gerechtskosten.
[Archief Wittem, reg. 1017, 13 en 17 oktober 1666, 22 november 1666, 2 april 1688]
In 1674 kwam deze zaak weer voor de justitie van Eijs. Nu waren het de kinderen en erfgenamen van Peter Van Beucken die
door de kinderen en erfgenamen van Gillis van Werst gedaagd werden. De klacht was dat de erven van de Beucken hun
verplichtingen, voortvloeiend uit de door Peter Van de Beucken overgenomen koopovereenkomst uit 1658, sinds enkele
jaren weigerden na te komen. Zij hadden ondermeer nagelaten de cijnzen te betalen over het land gelegen op de Baenerheide.
Eveneens hadden zij verzuimd jaarlijks 2 mud spelt te leveren. Nadat de schepenen van Eijs uitgebreid kennis genomen hadden
onder welke voorwaarden Peter Van de Beucken de Heuvelhof verkregen had, werden de erfgenamen Van de Beucken bij vonnis
verplicht de achterstallige verplichtingen over de laatste 2 jaren na te komen en in toekomst tijdig te voldoen.
[Archief Wittem, reg. 1017, 18 november 1674]
Op 19 mei 1677 vond een herverdeling plaats van de nagelaten goederen van Gillis van Werst van wijlen den erbaren
Luytenant Gelys van Werst, oock in sijnen tijt schepen der banck ende herlicheijt Simpelveld ende die erentriche Helena
Schoumans, sijne naegelaetene huijsvrouwe ... Helena verklaarde met toestemming van haar kinderen dat het erfdeel
dat aan haar zoon Dionysius indertijd was toebedeeld, nu toeviel aan zijn broer Jan, weduwnaar van Maria Bindels en nu
getrouwd met Maria Eijmael. Het betrof een aantal landerijen, groot 1506 roeden of vijftien morgen. Deze grensden ondermeer
aan het Dorvelt, aan des heeren Golstein goederen, aan land van Anna Bour, Jacob Schutz en de weduwe Stallenberg,
aan land waer de sloetgrave deur loopt, aan land genompt op den kamp, aan het pastorie lant,
aan land over de hertogenwech, en aan land aan het kerstboemke.
[LvO, inv.nr. 2749, 19 mei 1677]
7 janvier 1648
Jacob fils Jean del noeufcourt et Willeme dudit lieu son oncle Willeme est représenté par Willem son fils.
[AEL Cour de Trembleur, reg.22, f.136v]
15 octobre 1648
Jacob Jean delle Neoufcourt
[Cour de Herve (ban], reg.72, f.45r]
23 juillet 1651
Ratification Staskin gendre Jaspar Baulduwin de Chesnedeloup comme porteur de l'acte suivant :
Notaire G. Craheau le 23 juillet 1651, Lucas de Harsé demeurant à Bolland d'une part et henry Clerdent bourgeois de
Sayve d'autre part; Lucas reporte une waide de 13 verge grande au ban de Herve a la neuffcourt joindant à Jehenne Colla
le Roy et à l'ouest à Jacob delle noeuffcourt.
Passé à Rabosée en la maison de moi notaire,témoin Marie Piroul mon épouse.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.75, f.67v, 29/10/1652]
11 juin 1652
Oeuvre d'arrendage et ratification au profit de Jacob delle neuffcourt.
Notaire Pierre Craheau : comparurent les Srs Guillaume Hannibal porandelli alfer colonel du regiment de polnits pour le
service de sa majesté catholique et Mathieu Hanibal son frère avec eux le Sr Ponchin Gauthier lieutenant entretenu pour
le service de sa dite majesté leur beau frère d'une part et Jacob delle neuffcourt leur cousin d'aultre part,les premiers
reportent au second chacun sa 4ième part des maisonnages et édifices appendices et dépendances de la maison delle neuffcourt
leur succédés par l'obit et trespas de feu damoiselle marie delle neuffcourt relicte de feu le Sr Mathieu hanibal porrandelly
vivant eschevin de la ville et duché de Limbourg, ce jourd'huy obtenu par partage en partageant à l'encontre du Sr Franchois
hannibal sergent major etc leur frère et beau frères, les 8 bonniers 7 grandes verges et 18 petites verges.
Passé à Blegny en la maison de Henry le Tixhon.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.75, f.5v, 18/07/1652]
24 octobre 1652
Oeuvre de rédemption Jacob delle neufcourt des mains du Sr lieutenant poncin Gauthier en deux dallers sur les biens
dudit Jacob.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.75, f.64r]
19 novembre 1652
Oeuvre de rédemption Jacob Jean delle Neuvecour au transport de Jean rigault de hacboister; 2 dallers à lever sur
les biens dudit Jacob provenant des héritiers hannibal porrandelÿ.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.75, f.83r]
21 juin 1664
Donation de Guillaume Jacq Henrard à Bernardin son fils 28 dallers de
rente sur les biens de la neufcourt rachetés par Jacob Jean delle
Neufcourt, Jacob Willem delle neufcourt en Thomas Jean Martin.
[reg. 79, f.52r]
17 mars 1667
Jacob delle Noeuffcourte et Jean son fils – Henry Pepin du ban d’Aubel.
[reg.81, f.78r]
18 may 1678
Cour du ban de Trembleur : Frambach Neuvecour et Jean Jacob Neuvecour
son frère
[reg. 91, f.133r, le 2 avril 1686]
‘Transport van Hermen Wetzels voor sijnen broeder Peter Wetzels'
5 maart 1704
verkoper: Hermen Wetzels, gehuwd met Catharina Ritzen, broer van Peter Wetzels
koper: Peter Wetzels, gehuwd met Odilia Fredericks
object: akkerland ter grootte van 70 kleine roeden gelegen in het Heser velt
reijg: een lange zijde de erfgenamen van Peter Vraetzen, de andere lange zijde de koper zelf, een hoofd de
genoemde erfgenamen en het andere de weg
prijs: per roede 3 schillingen oftewel 30 gld Maastrichter koers
‘… het voors: Erffe nirgens mede beswaert te wesen als met den ordinaire schattinghen, en naer afflijvinghe van den
ophelder Peter Ritzen waer onder het voors: Erffve is sorterende …’
[gem.archief Heerlen, schepenbank Heerlen, gichtregisters, fiche nr. 5, p. 125]
‘Coopcedulle voor Peeter Wetzels van Hend. Bisschops’
7 maart 1707
verkoper: Hendrik Bisschops, gehuwd met Mechtildis Wetzels, zwager van Peter Wetzels
koper: Peter Wetzels
object: aandeel van een huis, gelegen op de Veemarkt te Heerlen dat Hendrik
Bisschops geërfd heeft van Gerret Wetzels.
Dit aandeel bestaat uit:
het ‘… Panhuijs, alwaer tegenswoordigh alnoch het Brouwgetuijgh in staende en oock de groote caemer daer booven
langhs de straedt tot booven in ’t Dach met trap en solders daer booven als oock den halven … met de gereghtigheijdt
van den inganck ende deure, soo ende gelijck deselve van ouds heeft gegaen oock den ganck soo recht van de caemer naer
den misthoff langhs het Panhuijs soo ende gelijck het selve is geteeckent waer van hij Bisschops te weten van die daer
voor beloofde cooppenn. Bekent ten vollen van den inkooper te seesen voldaen, … ‘
[gem.archief Heerlen, schepenbank Heerlen, gichtregisters, fiche nr.]
‘Transport voor Pieter Wetzels van Herman en Gerrit Wetzels’
6 juli 1720
comparanten: Hermen Wetzels, gehuwd met Catharina Ritzen, Gerret Wetzels, gehuwd met Meijken Wijnen, beide broeders van
Pieter Wetzels, gehuwd met Odilia Fredericks
Hermen verkoopt aan zijn broer Peter:
‘… Caemer, coestal en halve kelder in het huijs van wijlen sijn vaeder en sijn deel in den misthoff …’ voor een som van
49 specie pattacons
Gerret verkoopt aan zijn broer Peter:
‘… de keucken, halven kelder en het half voorhuijs……in het genoemde huijs’ voor 50 pattacons
[gem.archief Heerlen, schepenbank Heerlen, gichtregisters, fiche nr.]
Op 25 juli 1726 maakte Gertruijt Dortans, weduwe van Jan Haerst, voor notaris FRENS haar testament. Begunstigde was haar
dochter Barbara, weduwe van Jan Ubachs, die voor de goede verzorging 100 gulden vooruit zou krijgen. Tot dit bedrag betaald
zou worden, mocht zij het verloren bounder aan de Heerlerheide, grenzend aan Hendrik Heuts en G. Dautzenbergh, gebruiken.
Daarna zou alles onder de zeven kinderen gedeeld worden. De akte werd door beide vrouwen ondertekend!
[RAL-NA 4167, 102]
Op 27 september 1662 verpachtte Johan Adolph, vrijheer van Imstenraedt, aan Jan Harst de Koningsbeemd, bestaande in huis,
hof, weiden, beemden en landerijen, gelegen onder Hoensbroek en Heerlen, voor de duur van zes jaar, ingaande
St.-Remigius 1662. Onder de pachtvoorwaarden stond de levering van 20 mud haver, 20 mud rogge en vijf malder tarwe op
huis Mheer en 150 gulden jaarlijks. Verder diende de pachter jaarlijks twee vette varkens van 160 pond elk, twee vette
hamelschapen en een vet lam, zes pond kanariekuikens, zes steen vlas en 200 eieren, alsmede twee wijnvaten
(of tien pattacons) te leveren.
[RAL-V 1133 Imstenrade-Mheer inv. 5].
Op 15 juli 1670 verpachtte Philip Christoffel, vrijheer van Loe en Wissen, de Koningsbeemd aan Jan Harst voor 150 gulden
jaarlijks en de levering van zes pond kanariekuikens, een vet schaap, een vet kalf, 200 eieren en zes steen vlas.
[RAL-V 1133 Imstenrade-Mheer inv. 5; bijgesloten liggen losse afrekeningen uit de periode 1672-1676].
Op 8 februari 1681 nam Jan Harst, gehuwd met Geertruij Dortans, ten behoeve van zijn neef Jan Harst, gehuwd met Ida Ubachs,
een lening op van 100 pattacons bij de weduwe van Cornelis Fellinger. Tot onderpand diende een bunder land in het Cunderveld,
genaamd de Wighert, grenzend aan de goederen van Cortenbach, Dirck Harst, de goederen van Douvenrade en de gewande van Geleen.
Hij beloofde het geld binnen een jaar terug te betalen.V
[RAL-LvO 7094, 2; SAH-LvO 6197, 190].
Op 8 augustus 1685 inspecteerden schout en schepenen van Heerlen de gewande van de Wijngaertshof ten behoeve van de
halfwin Jan Haerst. De felle hagelbuien hadden een derde van de zomergewassen vernield.
[SAH-gichten Heerlen 2, 6].
Op 11 oktober 1686 leende de halfwin Jan Haerst 75 pattacons van de oud-schepen Heldevier uit Maastricht. Tot borg stelde
hij zijn huis en hof met weide en beemd, circa twee bunders groot en gelegen te Welten tussen Mathijs Hall en vrouwe
Strijthagen.
[SAH-gichten Heerlen 2, 10].
Op 5 januari 1693 ontlastte Jan Haerst zijn broer Dirk wegens een schuld van 520 gulden aan de heer Michael Mostart.
Hij stelde tot borg 236 kleine roeden land in het Cortenbacherveld en nog 250 kleine roeden aldaar.
[SAH-gichten Heerlen 2, 43].
Op 26 maart 1696 kocht Trijneken Quix, weduwe van Willem Pluijmekers, van Peter Wouters (mede voor Jan Wouters),
85 kleine roeden op de Koningsberg te Klimmen, grenzend aan Peter Meijers en Jan Schillinx; een halve morgen en enige
kleine roeden "op den bergh" tussen Thomas Coenen en de hof Cortenbach, alsmede 45 kleine roeden weide te Craubeek
tussen Jan Speerts en de straat. Zij betaalde 175 gulden.
[RHCL-LvO 7091, 519]
Op 4 juli 1709 ruilt Jan Habets gehuwd met Anna Houben een stuk land groot 9 gr.r. 3 kl.rd. achter Cleijngenhout onder
het Sargienleen gelegen, belast met 1 vat rogge en 3 molder haver aan het St. Jansaltaar te Valkenburg, tegen 1
morgen ackerlant gelegen achter Hulsberg en 50 kl.r. lant op de Aelbekerweg, met Jan Rolarts gehuwd met Helena Erckens.
[R.A.L.; L.v.O., Klimmen inv.nr. 7152 a/7]
Op 19 januari 1711 leent Jan Habets gehuwd met Anna Houben 100 patacons oftewel 400 gulden van Anna Odekercken,
weduwe wijlen Gerard Raets.
[R.A.L.; L.v.O., Klimmen inv.nr. 7095/28]
Op 28 januari 1724 verklaart Peter Habets gehuwd met Cornelia Buysers dat zijn vader, reeds overleden, en zijn moeder
op 1 december 1713 50 gulden hadden geleend van Werner Priek zaliger.
[ R.A.L.; L.v.O., Klimmen inv.nr. 7132]
Volgens de inwonerslijst van 5 juni 1665 [RAL, LvO 01.075, inv.nr.6601] heeft Jan Crets een huijs met hoff en weijde
groot 1 bunder, 2 morgen en 4 ½ roeden. Hij bezit eveneens 2 koijen en is belast aan ’t convent van St. Geerlagh
met 8 vaten rogge met nog andere prettensien hem onkenbaar
Joannes CRETS had vermoedelijk een broer Paulus/Palmarus /Pascalis/Peum CRETS, gehuwd met Sibilla KANGEN, d. v. Joannes
KANGEN en van Cecilia N. Paulus CRETS wordt begraven te Houthem op 18 februari 1677 [Pascalis CRETS, e. v. Sibilla
KANGEN].
Peum Cretz hebbende een huijs en hoff met een koij beest nihil [groot 2 morgen en 1 ½ roeden]. Het is belast met 50 gl
capitael
[RAL, RvO 01.075, inv.nr. 6601, 5 juni 1665]
Reijnart SCHUMKENS staat vermeld in het leenboek van de Vrije Rijksheerlijkheid Wittem als leenman in de periode van
1648-1658.
Hij was pachter van Hof ter Gracht te Epen.
Houbrecht KERCKHOFFS wordt in het leenboek van de Vrije Heerlijkheid Wittem genoemd als leenman in de periode van
1609 en 1642. Hij overleed in 1643.
Op 4 juni 1639 overleed de heer van Wittem, graaf Floris II van Pallant, kinderloos. De Vrije Heerlijkheid Wittem werd
toen voor het leenhof van Brabant in Brussel verheven en opnieuw ontvangen door graaf Wolraet van Waldeck in naam van
Floris’ nicht Anna van Baden. Naar aanleiding van dit feit werd in de kerken van Wittem afgekondigd dat houders van
leengoederen voor het leenhof van Wittem moesten verschijnen om hun leengoed te verheffen [releveren]. Zoals gebruikelijk
in het leenstelsel, geschiedde dat door hulde te brengen en de eed van trouw aan de leenheer of zijn drost af te leggen.
Zij werden daardoor opnieuw met hun leengoederen beleend en daarin bevestigd. In het leenboek van Wittem werd dit ceremonieel
gebruik geregistreerd met de namen van de leenverheffers en hun leenbezit. Ook Houbrechts Kerckhoffs wordt als leenheer
bij deze gelegenheid geregistreerd.
Op heden, den vijffden July 1640 voor en ten overstaen van den
welEdele Ehrenfeste Hochgeleerde Heer Johan Willem van
Swaertemborch Colonel, ende Hendrick van Goor, respectieve
Drossaert ende Stadthouder der Baronie ende Leenhove van
Witthem ende Raede [raadsheer] van den Hochwelgebore Heer
Wolraet, Graeve van Waldeck, Pyrmont, Culemborch, Vrijheer van
Tonna, Palant, Witthem, Weede, als bij UEd. hiertoe speciael
gecommiteerd, sijn acchtervolgens derselve orde ende commissie, die naergenoemde leenen ressorteerende
onder het leenhoff Witthem, met ledigen hant gereleveert ende de nuwe [opnieuw] ontfangen, oock bede [leenhulde]
ontfangen ende aen sijne Hochgebore Genaede hulde ende eedt van trouwe gepresenteert naer des leenhoffs costume
ende usantie, overal sijnde Edele gerechticheijt [gerechtigheid] gereserveert.
Heere Wijnant Breul, Vrijheer tot Eijs
Joncker Jan ten Hove tot Berlieren
Heere Jochem van Berchem, Borgemeester tot Aecken
Heere Johan Teobalt van Eynatten, decken tot Aecken
Johan Pelser
Heere Johan Bouret (Burette)
Houbrechts Kerckhoffs heeft sijn stockleen ontfangen, weesende eene koolhof ten Hove met een waesplaetse,
t’samen omtrent eene morgen, volgens sijn voorgaende relief onder drossaerd Lauretten [1599-1607] gedaen, regenoet die
straet ende Jan Pleumeeckers.
schepenbank BREUST [RAL, inv.nr. 01.176]
1561
Claes PELSERS mede namens Dierick PELSERS en Thiel Dierick BROECKEN zoon
ex
Geryt HUSTYN
schuld
1571
PAUWELS van Fall als rentmeester van de bisschop van Luik als eigenaar van de hof van Zessenhoven
ex
Geryt HUSTYN namens Karl ENGELS
pacht
“Deze Jan van Werst, geboren omstreeks 1570, zal ongetwijfeld verwant zijn geweest aan de
familie van Werst waarvan het stamhuis in Weerst (Warsage) lag. Hoe de verwantschap van
bovengenoemde Jan van Werst uit Simpelveld met de familie van Werst, die zich na 1550
vanuit Weerst in Epen vestigde, moet zijn geweest, kan niet met zekerheid worden
aangetoond. Mogelijk is deze Jan dezelfde Jan van Werst, zoon van Jan en Merien
Petermans. Van hem werd in de schepenregisters van Epen na 1599, in welk jaar hij van
zijn neef Paulus van Werst een stuk land verwierf, niets meer vermeld. Mogelijk was het
deze Jan die zich in de omgeving van Simpelveld had gevestigd.
Vermeldenswaard is dat, in de stamboom van de hier genoemde Jan van Werst dezelfde namen : Jan, Gillis, Peter en Tilman voorkomen, zoals die in de Epense familie gebruikelijk waren.”
Verder lezen we:
“In het memorieboek van pastoor Arnoud Didden uit Simpelveld worden de namen van de oudst bekende bezitters van hoven en
landerijen vermeld die aan zijn parochie cijnsplichtig waren. In dit boek komen in 1596 Jan van Werst, samen met Maria
Oetegraven voor als cijnsplichtigen voor het huis en hof genaamd a ghen buske. Deze hof lag naast de hof van Dirk Broumans
en de hof genaamd van Bulkom. Jan van Werst was gehuwd met Lyske (Elisabeth), dochter van Heijn Schiffelers. Volgens het
cijnsboek betaalde zij, samen met haar vader en broer Nijs (Dionysius), jaarlijks van 1596 tot 1609 een vat rogge aan de
parochie. Deze levering werd vervolgens voortgezet door haar echtgenoot Jan van Werst. Oorspronkelijk was deze levering
gegarandeerd door het stellen in onderpand van twee morgen land gelegen aan de Wissensteijn in het Busveld.
[RAL Arnaud Didden, Memorieboek of Liber Monasterii Bellireditus, afschrift uit 1782
gemaakt door pastoor Sougnez uit Simpelveld, fol. 21v, 22v, 121v; PSHAL 1894, 165]
In 1628 woonden Jan van Werst, zijn vrouw Elisabeth Schiffelers en hun kinderen Peter, Gilles, Joanna, Hendrik en Jan op de
Heuvelhof. Deze hofstede waarvan hij nu de bezitter was, lag tussen Trintelen en Overeijs en werd op die plaats reeds in
1520 in de Costumen van Eijs vermeld.
[Habets III, 1891, 12 en 15]
Voor de financiering van deze aankoop had Jan van Werst bij jonker Michiel van Schaesberg een lening opgenomen van 200
pattacon waarvoor hij voor de schepenbank van Simpelveld een schuldbekentenis had getekend.
[LvO, inv.nr. 2712, fol. 296, 18 december 1628]
Op de Heuvelhof russte vanouds een jaarlijkse cijns, groot 21 vaten rogge. In 1637 ondervond Jan van Werst, mogelijk door
minder goede oogsten, moeilijkheden met deze levering. Steven Merckelbach, die als schout van de schepenbank Eijs tevens
ontvanger was van de cijnsen, verklaarde voor deze bank dat de achterstand tien tot 12 maanden beliep. De schepenen besloten
dat, ingeval Jan van Werst in gebreke zou blijven, de schout gerechtigd was beslaglegging op zijn goederen te eisen.
[Archief Wittem, reg. 1014, 19 december 1633 en 30 juni 1637]
Uit : “van Wersch 800 jaar”, Albert VAN WERSCH
Uit een rechtskundig advies in een erfeniskwestie van de schepenbank Simpelveld blijkt de volgende samenstelling van het
gezin van Jan VAN WERSCH en Elisabeth SCHIFFELER.
[uit : “Losse stukken” uit Neeroeteren, J.H. HANSSEN, L.T.G., jrg. 29 nr.2, p.]"
Adviezen, die wel vaker in schepenbankarchieven aangetroffen worden en genealogisch meestal zeer interessant omdat ze in een
notedop de strijdvraag melden. Derhalve geven we deze akte integraal weer.
“Casus positie.
Sijn in leven gewest Jenne, Gillis, Nijes ende Jan van Werst, tesaemen wettige kinderen van Jan van Werst ende N. Schiffelers, gehuyschen.
Jenne van Werst is getreden in houwelijck met Jan Smets ende over eenige jaeren gestorven sijnde, hebben achtergelaeten kinderen, waeraff alnoch twee derselver in ’t leven sijn, te weten : Jan Smets, getraut met Gertruydt Stallebergh, ende Lijsbeth Smets, in houwelijck getreden sijnde met Peter van de Beuken.
Nijes ende Jan van Werst sijn gestorven sonder achter te laeten lijffshoiren.
Gillis van Werst is in houwelijck versaemt met seekere Magdalena N, sijnde alnoch in ’t leven ende hebbende kinderen.
Quartitur
Oft diesen Gillis van Werst alleen soude gerichticht wesen te trecken ende proffiteren die erffenisse bij Jan ende Nijes
van Werst achtergelaeten ter exclusie van de kinderen van sijne suster wesende in diesen Jan ende Lijsbeth Smetz oft om
claerder te seggen, oft die enckelen naer costuyme van den Lande van ’s-Hertogenraede nyet en staen in de plaetse van hunne
ouders ende succederen aen de goederen naergelaetyen bij henne oomen.
Resolutie
Volgens de gemeyne geschreven rechten valt er representatie collaterale tot in den tweeden graedt, naementlijck dat susters
ende gebroeders kinderen betreden de plaetse van hunne ouders in de successie van hunne rechte oomen oft moyen, maer volgens
de oude costuyme van den Lande ende Hertogdom van Limborg, naer dewelcke haer die van ’t Landt van ’s-Hertogenraede is
regulerende en heeft dese representatie gheene plaetse; alsoo dat indien Jenne Werst aflijfvich is gewest voor haere broeders
Nijs ende Jan, derselver kinderen niet en concurreren met Gillis van Werst in de successie der voorschreven twee gebroders
Nijs ende Jan. Actum Aken den 16e februari 1664.
Nota. Indien partije bij dit advys geïnterresseert, gelieft te implugneren de costuymen van de voorschreven Lande vuyt den
hoofde van emologatie achtervolgens het Eeuwich Edict van ’t jaer 1611, sulcks staet hen vrije.
[w.g.J.G.(?) Boelmans.”
Het komt er in het kort op neer dat in het Land van Hertogenrade neven en nichten niet van hun ooms en tantes erven,
indien hun ouders reeds overleden. Een praktijk die kennelijk gangbaar was in het gehele Hertogdom Limburg.
bron: Jo SCHIFFELERS [www.joschiffelers.nl]
8 mai 1624
Lambert Burdo échange ... et transporte au profit des enfants de feu Jean de Comblain engendrés en Jehenne fille
Guilliaume Burdo notre confrère pour et au nom des enfants Henry delle Court daix mari moderne à ladite Jehenne avec
Urselle fille de ladite Jehenne engendre en le dit feu Jean de Comblain tant pour elle que pour ses autres frères et
soeurs.
[Cour de justice Mortier, folio 11]
2 juin 1605
Rend. au profit de Jean delle Neuffcourt à la reportation de Collar le Roy son beau-frère .. 8 pièces de terres arrables ..
Pierre leur frère .. Polis delle Neuffcourt leur frère.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.40, f.108v]
25 octobre 1607
Jean dell Neuffcourt.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.41, f.29v]
29 octobre 1607
Jean delle Neufcourt mari de Catherine son épouse qui fut paravant
à feu Jean Lambert de Bougnoux .. au profit d'Anne mineur d'ans procréé par ledit Jean Lambert ens ladite Catherine.
Anne Laude.
[AEL Cour de Bolland, reg.8, f.427r]
22 novembre 1607
Willem Neuffcourt mambour du Capitaine Pierre son frère .. frère de Jean son frère.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.41, f.57r]
26 juillet 1612
Acceptation faite par Paulus Jacob delle Neuffcourt au profit de Collar le Roy son beau-frère .. Jean delle Neufcourt leur beau-frère Rendage du 2 juin 1605
Réd. par l'arrendem.. fait entre ledit Paulus et Collar le Roy du 7 août 1603.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.44, f.282v]
31 janvier 1613
Capitaine Pierre de La neuffcourte - Jean Martin de Hacboister.
.. sur les biens Jean delle neuffcourte, .. sur les biens Polis Andry son beau-frère.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.45, f.92v]
27 juin 1613
Theobald gendre Jacob delle neuffcourt le jeune et Jean Martin de Hacboister. Jean delle Neuffcourt et son neveu
Théobald.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.45, f.247r]
17 avril 1614
Donation de mariage faicte Aelid veffve Ernot Lougnea de Hacboister
au profit de son fils : Willem adv. à la reportation de ladite Aelid
sa mère en 2 d. 6 1/2 fl. lg sur les biens Jean delle neffcourt comme dot de mariage.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.46, f.60r]
14 aôut 1614
Aelid fille feu Jacob delle Neuffcourt, .. Jean delle Neuffcourte son frère.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.46, f.128r]
17 décembre 1626
Jean delle Neufcourt - Jehenne veffve Polis delle Neuffcourt et son gendre Gregoire de Chalmont.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.54, f.251r]
5 novembre 1628
Jean delle Neuffcourte - Jehenne veuve feu Polis de Jerobo sa belle-soeur (acte du notaire Frédéric de Bebronne).
[AEL Cour de Herve (ban), reg.57, f.166r, 14/11/1628]
30 mars 1634
Reportation honorable hannibal porandelly eschevin de la haute
cour de Limbourg au profit de Jean et Willem delle neufcorte et la veuve colla le roy tant pour elle qu'en propriété
pour ses enfants.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.64, f.37r]
24 novembre 1637
Jean et Paulus frère avec Piron Collar et Bertrand delle bruyere leurs beau-frère fils et gendre de feu Paulus André
delle Licour banc de Trembleur ont été si conseillés au profit de Jean et Willem delle Neuffcourte frère et de la veuve et
enfants de feu honorable Annibal Porandelly vivant échevin de Limbourg .. entre lesdits Jean et Willem et consorts
representants feu le vieux Jacob delle Neuffcourte.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.66, f.220v]
27 janvier 1639
Laudation, agréation faites par Jean de gerono et Jacquemin Maigret ambedeux échevins de cette cour au profit de Jean et
Willem de la neufcourt et consors représentants feu Jacob dudit lieu et aultres cy en bas dennomez : Jean de gerono nre
confrere eschevin en qualité et représentant peronne veffve de feu Jacquemin le chastelain vivant bourgeoys de Liege et
Jacquemin Maigret aussi échevin de cette cour se qualifiant pour Servais Maigret son père, Jean Maigret son oncle, Olivier
de Hacq, les héritiers feu Antoine de Mortier et Houbert Pieron de saulcis fils de feu Catherine Maigret tous héritiers ab
instestat de feu Gerard Maigret jadis mari de feu Aelid Willem de la neuffcourt d'une part et Jean et Willem de la neuffcourt
avec leurs cohéritiers représentants de feu Jacob de la neufcourt leur père, beau-père et grand-père respectivement avec
Maroie veuve feu Lambert de halleux, Jean Michel de Mortier, représentants feu Jacquet des neiges et Servais Hacquin de
Monceau représentant feu Jean Laurent de Mortier d'autre part .. Gérard et Aelid décédé sans hoirs Aelid a réépousé en
secondes noces Ernot fils Jean Jacob de Rogister lequel en 1581 a vendu a Jacquet des neiges en 1581.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.67, f.200r]
In 1659 pacht Matthias HABETS in 2de huwelijk met Maria HABETS ‘de hoeve Heyhof’ onder Hulsberg, welke toebehoorde
aan de Heer van Strucht. Het huis en landerijen was 50 bunder [42 ha] groot. Daarbij kwamen nog enkele percelen laatgoed
ter grootte van 4 bunder, 2 morgen en 42 kl.r. Aan eigendom bezat hij 3 bunder, 2 morgen en 60 kl.r. landerijen onder
Schimmert. In 1700 wordt de ‘hoeve Heyhof’ gepacht door zijn jongste zoon Severinus HABETS gehuwd met Maria VRAETZEN.
In 1708 wordt de ‘hoeve Heyhof’ gepacht door zijn zoon Cornelius HABETS gehuwd met Judith BOSHOUWERS.
[Der Habet Kroniek, Uitgave van de Stichting Habets-genealogieën, p. 127/128]
Peter Houben inwoner van Hulsberg ziek en zeer oud in de tachtiger jaren is onderhouden in zijn levenskosten etc. door
zijn dochter Anna Houben gehuwd met Jan Habets,.. hij is er van te blijven wonen en tot vergeldingen komt voor het onderhoud
ende cost etc. door Anna voosz als Meijken Houben met Willem Coonen.
[R.A.L.; L.v.O., Klimmen inv.nr. 7092/317 d.d. 23 september 1699]
D'erffgenaemen Jan Loussberch
heere tot Beusdal
Op huyden den 7 december 1655 syndt gecomparert voor ons meyer ende hoffschepen des erffleenhooffs van Beusdal Eva die
achter gelaeten weduwe van wylen Jan Loussberch met haere kinderen naementlyck Gerardt, Werner, Willem ende Derich
Loussberch met Paulus Ducart haeren eydom, als hun sych sterckmaeckende voor hunnen anderen broder Johannes ende hunne
suster Agnes, ende hebben over gedragen ende vertegen op anderhalff erffmudt soe sy hebben gelden ende jaerlyck in coemen
op de port goederen tot Beusdal ende dat tot behooff vande wel edlen geboeren heere Johannes Adolpff von Colyn heere tot
Beusdal ehn (?) tegens een huys ende erff tot Sippenacken gelyck inden erffwessel tot Sippenacken in langt vuyt gedruckt,
ende op voorschreven daeghen ende dato aldaer gepassiert.
[AEL, schepenbank Sippenaken]
‘Ce prénom de Jacques fils de Laurent et le surnom der Wever de son frère Egide rendent assez probable que Laurent pourrait
être un fils de Jacobus der Wever van der Straeten qui dès 1552 dut payer plusieurs rentes à l’église de Gemmenich pour
des messes fondées pas ses encêtres que précédamment Janneken van der Straten devait payer. Ce Janneken est sans doute le
même que Jean (III) del Straet de la généalogie établie par le Pas’
[C. de Broich; Généalogie sans Frontières, nr.49 [mars 2001], p. 1326]
DEL STRAET
[Chevalier le Pas de Sécheval: ‘Les STRAET au duché de Limbourg’, Bulletin des Archives Verviétoises (tome
XXI), Verviers 1996, p. 94-112]
‘Jean [I] VAN DER STRAETEN comparaît à la cour de justice de Hombourg le jour de la Sainte Gertrude 1491 pour y acheter
plusieurs rentes à Jean VAN WEYENBERGH. On y rencontre son nom au cours des années suivantes, en 1500, 1504, 1507, 1508,
mais il y a lieu de croire que ces mentions, du moins les dernières, concernent son fils homonyme.
Jean [I] ne serait donc plus en vie dès cette époque et peut-être a-t-il disparu peu après 1491.
Il s’est marié deux fois, la première avec Alheide ou Aild N., dont on sait par un relief de 1546 qu’elle lui avait apporté
en dot le fief d’Oemsassen à Gemmenich au ban de Montzen. Il se remarie à Noëlle ou Naele KLINKENBERG, qui lui survit le 8
août 1510. A cette date, pour elle et son fils mineur Léonard STRAET, elle fait reconnaître leur droit à une rente de cent
quinze florins sur le fief d’Oversassen, à l’encontre de Marie WOLFF, veuve du débirentier Jean BERTOLF, avec qui Jean VAN
DER STRAETEN était entré en différend à ce sujet.
Jean [Ier] a eu du premier lit un fils et sans doute deux filles, du second un fils.
1. Cathérine VAN DER STRAETEN a épousé vers 1480 Henri RATLO dit le Tindeur (de Verwer), fils de Godefroid RATLO,
échevin de Limbourg. En 1507, son beau-frère Jean VAN DER STRAETEN lui transporte une rente de douze florins sur tous ses
biens dans la paroisse de Hombourg et, le 14 mars 1510, il fait acter par la cour prévôtale d’Aix-la-Chapelle le transfert
d’une rente de trente-trois florins que lui avait consenti Jean VAN DER STRAETEN. Le 21 décembre 1517, les époux achètent
encore une rente de douze muids sur le burg d’Astenet. Henri meurt entre le 28 janvier 1530 et le 26 juin 1531 et Cathérine
vit encore le 22 juillet 1539. Ils ont eu trois fils et deux filles.
2.Jean DEL STRAET [qui suit au degré II]
3. Marie VAN DER STRAETEN, épouse de Winand PUTISKEN, nous semble être aussi une fille de Jean (Ier) VAN DER STRAETEN, née
de son premier lit. En 1510, ledit Winand est, avec Henri RATLO, tuteur du jeune Léonard STRAET, fils du second lit.
Et l’échevin Jean DEL STRAET, petit-fils de Jean (Ier) a pour oncle Winand PUTISKEN.
4. Léonard STRAET, né de Naele KLINKENBERG, est, dans l’acte déjà rencontré du 8 août 1590, sous tutelle de Winand PUTISKEN,
Henri RATLO et Léonard KLINKENBERG, frère de sa mère. Le 22 septembre 1531, il est beau-frère de Jean Henri RATLO et possède
en commun avec lui une maison grevée d’une rente servie aux enfants de feu Winand PUTISKEN, que leur tuteur avait précédemment éteinte. Jean Henri RATLO était époux d’Elisabeth PUTISKEN, fille dudit Winand, et les éléments de l’acte font penser que Léonard STRAET est aussi gendre de ce dernier. Dans ce cas, l’épouse de Léonard pourrait être sa nièce, puisque, ainsi qu’on vient de le voir, Winand PUTISKEN semble avoir épousé Marie STRAET, sa demi-soeur. Reste l’éventualité que Winand ait contracté un autre mariage.
En 1534, Léonard STRAET transfère à Jean DOBBELSTEIN VAN EYNENBERG des rentes pour un montant de six muids, à savoir quatre
muids sur la brasserie de Dobbelsteyn à Hergenrath, trois chapons et demi sur un bien à Eselbach et quatre setiers et demi
d’avoine sur le bien de Ruyssschende, contre des terres à Oemsassen. Le 2 mai 1550, il n’est plus en vie et ne laisse pas
d’enfant, car il a pour successeur son neveu Jean (III) DEL STRAET, en faveur de qui Jean DOBBELSTEIN renouvelle le bail.
Jean DEL STRAET [II], fils de Jean VAN DER STRAETEN et Alheide N., paraît un peut plus jeune que sa soeur Cathérine et pourrait être né vers 1470. Il est difficile à
repérer dans les actes, dont certains peuvent encore concerner son père, d’autres son fils. Les 3 juillet 1504, 16 janvier
1508 et sans doute le 15 janvier 1529, c’est lui qui achète des rentes, dont une de soixante-quatre muids et demi, sur le
fief de Libermé à Kettenis. Il y a dû vivre âgé et était peut-être incapable à la fin de sa vie car son fils agit en ses
lieu et place en 1546 alors qu’il semble encore en vie le 2 mai 1550, puisque, lorsque Jean DOBBELSTEYN renouvelle l’ancien bail de son frère Léonard en faveur de Jean[III], il est stipulé que cela se fait aussi au profit de son père.
Nous ne savons qui il épousa mais il faut cependant signaler que, en 1503, il vend au chapitre royal de Saint-Servais à
Maastricht un bien noble [riddergoed] appelé de landen van Slenaken à Vleytingen, qui pourrait provenir de la dot d’une
épouse. Nous ne lui connaissons qu’un fils, Jean DEL STRAET [qui suit au degré III]
Jean DEL STRAET [III], né vers 1500.
Hij woonde op den hof "A gen Buske" in Simpelveld. Deze hof lag naast die van Dirk Broumans en de hof genaamd
"Van Bulkom". Hij betaalde van 1596 tot 1609 jaarlijks een vat rogge aan de parochie. Zijn schoonzoon Jan van Werst
nam dit over van 1609 tot 1613.
In 1584 worden in de "Liber de Simpelfeldt" van pastoor Arnoldus Dydden als erfgenamen genoemd:
Joest Scheiffelerss kinder: Heyn Scheiffelerts kinder: Nys unde Lysken, Lempken in den Waelbroech.
Aangezien elders door hem Nys, Lysken en Lempken nadrukkelijk als kinderen van Joest worden genoemd, kan het niet anders
dan dat ook Heyn een zoon is.
In het Libre van pastoor Didden wordt hij in 1549 genoemd als kerckmomber [kerkmeester].
Ook wordt in 1584 Jen Brouwers als zijn weduwe genoemd.
Uit aantekening van Heinrich Noppenich ("Sympelfelt CC/451553 dyss nafolgendt Uffzeichnung ist gemacht ungeferlich
umtrint anno CxvC? xlx durch Heinrich Noppenich uss den Luder Selffs Erkenteniss") kunnen we concluderen, dat Heyn voor
die tijd toch een groot boerenbedrijf moet hebben gehad. Het daarbij om de volgende pachtgronden die letterlijk uit de
transcriptie zijn overgenomen:
"48. item gilt Heyne Schiffeler van xj (11) morgen lantzs opten Hartkenswech vurhouft neven die vroenhoffs gewande
an eyne inde Peyttzen (Schiffelers?) lant an die ander syde.
49. item noch van iiij (4) morgen op die ander syde anden selven wech neven Jan vander Hoeve ind zer ander syden den
moelenwech.
50. itemnoch van v (5) morgen lantzs neven den hatzskens wech neven Goetzen schiffelers vurheufft Hegmans lant genant.
51. item noch ix (9) morgen lantzs scheussen op die neer hege ind zer ander syden Lentzs yn die Waelebroech.
52. item noch ij (2) mogen an die voyssheyde neven den heren synt gillis an eyn ind dye cruytzbroeden an die anden syde.
53. item noch ½ halff boenre landes beneven Gort Tegger zer anden syden meister Peter van Enden.
54. item noch derden halven morgen an dye tzae (tzwae) Lynden neven den aicherwech ind voyrheufft pastoyr.
55. item noch ½ boenre achter Lentzen hoff neven den Brulber ind scheust up Jans Lant van Louffenberch.
56. item noch eynen halven morgen yn den Scheiffer? Jan neven Jan van Louffenberch.
57. item noch huys ind hoff ij (2) morgen.
58. item noch dairintgegen oever ii½ (2½) morgen landes tegen Jacob Schroders huyss.
59. item noch eynen morgen hoeffs zo beyden syden Jan van Louffenberch ind scheusst up die gemeinde.
60. item noch ½ boenre an dye Hulse neven Peter Bisspelmans scheust op dye kridme? graicht.
61. item noch eynnen boenre opten hulsenwech zo beyden syden Symon Jaspers.
62. item noch eynen morgen lantzs an die Hulse boeven Jan Schyffelers ins scheusst up Johans lant van Louffenberch.
63. item noch ½ boenre opten Hulse wech neven den Brulber ins zer ander syden Jan van Louffenberch.
64. item noch eynen morgen lantzs opten moelenwech neven den brulber ind die ander syde Lenart van Suret.
65. item noch iij (3) veyrdel hoeffs tegen Lenartzs huyss van Su yret (Suyret) neven Müsschgens hoff.
66. item noch eynen morgen neven Claess Haese an den bennen busch zer ander syden Lenart van Suyret.
67. item noch eynen halven boenre an den scheper Jan neven den Beyssell.
68. item noch ij (2) morgen opten aicher wech neven den Her zu sent gillis ((i.m.) saig Wylhem Tegger facat).
69. item noch ½ boenre an dat carytzs (cacytzs?) neven Heufftzs lant an eyn ind zer waylbruych an die ander syde.
70. (nat) item noch eynen morgen opten Hartzsgens wech neven Jan Schifflartzs lant.
71. item noch dry veyrdel an dye vroen kuyle neven den beyssell.
72. item noch eynen morgen neven den brulber schuyst op pastoyr ind up des vrouen? hoeffs lant. (i.m.) nu clais brulb(er).
73. item noch iii½ (3½) veyrdell op dat hoeff neven Henken van den Horn. (i.m.) nun? brock? slyppen?
74. summa Lx morgen ½ veyrdell yeden morgn j cop facit? xv vasz ind ½ veyrdell cops iij capuyn ix st iij H beden(i.m.)
cap: v "blijft diese side (fide?) nuyn? j cop?
(Hy yst dys gelt und bede gemacht)".
"Comparaît Denys Vervier demeurant à Maroux, Denys son fils par lui engendré en feu Anne son épouse fille feu
Olliveroux de Cheveneux et Piron de Troisfontaines gendre dudit Denys l'aïné."
[Feneur 23-126vo du 6 mai 1602]
Il est déjà cité le 1er février 1593.
Un acte du notaire H. Gilman, daté du 16 décembre 1695 autorise deux comparchonniers à exploiter les houilles sises sous
un terrain indivis ayant appartenu à feu Piron des Troisfontaines. Du côté des propriétaires, 9 membres sont parties à
cet acte. On en déduit donc que Piron avait au moins 9 enfants.
Deux jours avant un acte de même nature avait été passé avec Mathieu fils de François. Peut-être Piron avait-il eu 10
enfants. C'est l'hypothèse que nous faisons malgré quelques actes apparament contradictoires.
Il est important de noter que la présence du patronyme "de(s) Troisfontaines" est irrégulière. Dans la cour de Trembleur
il est déjà cité au milieu du 16ème siècle, mais ce n'est pas un patronyme mais un lieu de provenance . Par contre les
enfants de Piron sont plus souvent désignés par leur prénom et celui de leur père et il en va de même jusqu'au 3ème quart
du 17ème siècle. Il peut donc exister des descendants en droit de Piron de Troisfontaines qui portent un autre patronyme :
Colleye, Piron, Denis, Olivier, voire Frambach ou Randaxhe.
Il décéda avant le 3 juillet 1641 [T20-90]
Sources:
- personne: Cour de Justice de Housse Livre 3 - 1600-1611 - Joel FONTAINE
- mariage: Cour de Justice de Trembleur Reg 10/122
- famille: Jos SCHNAKERS - Historique de Blégny-Trembleur - 1965
[f¡156r-159v] 19 novembre 1584
Rellieffz et parchons des enfans feu Thomas DE HOUSSE [...] asscavoir Johan, Xhervel, Thomas,
Oury freres et Jehenne leurs seures tous enfans de feu Thomas DE HOUSSE par iceluy legittement engendrez ens feu Catherine
son espeuse avecque eulx Remy HOYENEAU partie faisant tant pour son droit d’usufruct que pour la proprieté de ses enfans
orphelins par luy legittement engendrez ens feue Sabeau son espeuse fille iadite audit Thomas, Johan DIRICK marit a Agnez
son espeuse, Guilhaime BURDO nostre greffier marit a Alid son espeuse ambedeux filles dudit feu Thomas oussy legittimes,
avecque eulx Paulus DE LEVAL et Margaritte sa seure enfans legitimes de feu Paulus DE LEVAL jadit censier audit lieu par
iceluy engendrez ens feue Margaritte fille dudit feu Thomas avecque eulx leurs beau freres Franck DE FECHIER marit a
Catherine son espeuse et Johan Wathy DE MELEN marit a Marie son espeuse ambedeux filles audit feu Paulus engendrees ens
ladite Margaritte (tous relvent les biens de) feu Thomas DE HOUSSE et Catherinne son espeuse leurs feu pere et mere, beau
pere et belle mere, grand sire et grand mere [...] (Ensuite le partage; plus juridique que descriptif.] [...]
[f°3r]) le jour des plaix general del St Remy 1591 Discainbg entre Guilliame BURDO nostre greffier, et Henry le Charlier
delle Weaide. [...]
[f°6v] 11 avril 1592
Donation Cathon DE THIERNAGAN fille “feu” Jean DE TIERNAGAN au prouffy dudit Jean son “pere” [...] ens telz 2 dallers
de rente heritauble que cidevant feu Guilliame DE BURDOCUISINE luy at transporte sur le Boix Hechereux [...] le 21-10-1589
[...]
(f¡233v-234v) 12 décembre 1592
Oeuvres Ernoulx BURDO a la reportation de Guilhaime BURDO son frere nostre greffier. [...] sa part qu’il avoit aux
maisonnaiges de feu Guilhaime BURDO Laisné son feu pere extant au lieu de Burdocuisinne [...] avec que ossy sa siexiesme
part de la follerie y extante [...], sa part du preid d‘ elle follerie contenante 2 verges grandes [...], prinses hors de
4 verges grandes encoeres indiciseee et non separees, dont les autres 2 verges partenent a Jehenne sa soeure [...]
[Ernoulx doit une rente sur un bien acquis] a feu Ernoulx LE WAUDION (due) aux hoires ou representans feu Jaspar LE
MIGNON en son temps demorant a Sougneys que leve a present Renchon DE LEVAL marit a l’espeuse dudit feu Jaspar LE
MIGNON [...]
[f¡238r] 1 décembre 1590
Oeuvres Guilhaime BURDO nostre greffier a la reportation de Henry D’HEURE de Bolland. Assignation faicte par ledit
BURDO en prouffit de Maroye vefve feu Ernoulx LE WANDION (aussi Ernoulx DE WANDRE) et ses enfans orphelins. [...]
[f¡238v] 25 avril 1592
Discambge entre Guilhaime BURDO nostre greffier et Jean PIETGEN de Harcboister. Assignation faicte par ledit BURDO en
proffit de Maroye vefve feu Ernoulx DE WANDRE dit WANDION. [...]
[p. 197] 28 novembre 1592 [acte barré]
Guilhaime BURDO nostre greffier (transport au porfit de) Jean WATHIER gendre feu Paulus DE LEVAL [...]
[p. 198] 9 janvier 1593
Guilhaime BURDO nostre greffier (contre) Maroye vefve feu Ernou LE WANDRIN? [...]
[p. 209] 29 may 1593
Guilhaime BURDO nostre greffier promist de debvoir conter et rendre content Olivier DE SELVE de ce qu’il peut toucher
hors la rente que son feu pere solloit devoir audit Olivier comme representant a cause de sa femme feu Pietre DE BARCHON.
Ernoulx BURDO at promis faire semblable conte et payement.
[f°78v-79r] 22 octobre 1596
Dischambge faict entre Guillaume BURDO nostre greffier et Ernoulx BURDO son frere [...] ledit Ernoulx a raison de sa
femme fille Jacob Linard DE BLEGNÉ engendre ens Catherine fille feu Guilhot DE BARCHON [...]
[f°79v] 22 octobre 1596
Œuvres Franck DEFECHIER censier de Leval a la reportation de Guilliame BURDO. [...] Ernoulx BURDO son frere [...]
[f¡6r] 13 janvier 1601
Guilhaume BURDO nostre greffier eux ung arest sur ses gaiges que furent feu Wilhaume HOINGNEAU pour faute de payement
de ung florin liegeois de rente heritable.
[f¡9v] 27 janvier 1601
Francheux OLIVIER gendre de feu Martin RABIERT at faict adjorner Guilhaume BURDO nostre greffier, Ernoulx son frere,
Jean LENSKIN, Martin DE FAFCHAMPS et Anne BURDO tous representans de feu Guilheaume BURDO laisné lesquels furent audit
huichier pour le garandir de ung muid spelte de rente sur la maison et assiesse de feu Jean CRETTON syavant l'assignation
par feu Guilhaume BURDO laisne faicte en proffit dudit feu Martin RABIET beaupere dudit Francheux le 21-11-1566, et ledit
grandissement envers Guilhaume DE THIER censier de Barchon auquel ledit Francheux avoit vendus ladite rente [...], at aussy
requis arriers garand, specifiant Mathyeu RAGNAULX de Feneur comme marit a Linet que ja fut espeuse a feu Pietre RABIET,
duquel ledit Pietre ledit muid en question est par discambge venus audit feu Guilhaume BURDO laisne comme appert a l'act
de discambge opere ledit 21-11-1566 [...]
25 juin 1562
plaids generaux St Jean Baptiste
Comp. Jehenne veuve de feu Johan Staskein de hault neige renonce à ses humiers .. aussi bien dans la hauteur de bolland
que dans la hauteur de mortier.. au profit de tous ses enfants a savoir Estienne/ Cloees / lambert Jacquet / michÿ henry /
Johan d'entre deux bois marit et mambour de Jehenne son espeuze / Jacob del noeffcourt mari et mambour de maroie son espeuze
et kathelin leur soeur enfant dudit feu Johan Stasken.
[AEL Cour de Bolland, reg.4, f.7r]
25 juin 1562
henry fils feu Johan staskin de neige beau-frère de Jacoub del noeuffcourt.
[AEL Cour de Bolland, reg.4, f.8v]
19 février 1577
Jacob Neufcourt - Jacquemin fil (ou feu?) Wième le chastelain demeurant al neuffcourte.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.25, f.24r]
18 janvier 1582
Jacob Noeuffcourte à la rep. de Ernot Johan Jacob demorant à Hacboister (Jacob représenté par Jacob son fils) certaine
estable appellée le Charus situé à la noeuffcourt.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.27, f.95v]
11 mai 1595
Willem Neuffcourt fils Jacob dudit lieu a la reportation de Stienne
de Sclessin. Gathoie Lowis de melen a la reportation dudit Stienne son beau
frère.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.34, f.181r]
27 juin 1598
Willem del Neuffcourt à la rep. de Stas Jean de Seaive adv. 1/2 m.
sp. rep. et à lever au .. sur les b. de la Neufcourt que tient Jacob son père
Comp. Jean Henne? oblige ses b. pour fait agrée le pnt transport par
les orphelins de feu Henri Jean Henri son gendre et prédicesseurs
audit Stas.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.36, f.92v]
29 mars 1601
Relief par Willem neuffcourt mambour de Jacob son père, suite à la mort de feu seure Catherine jadict professe a
robertmont et seure audit Jacob.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.37, f.244r]
22 novembre 1607
Willem Neuffcourt mambour du Capitaine Pierre son frère .. frère de
Jean son frère.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.41, f.57r]
12 juin 1608
Collar le Roy beau-frère du capitaine Pierre de la Neuffcourt.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.41, f.216r]
2 décembre 1610
Colla le roy de la neuffcourt et Jacob dudit lieu son beau-frère.
Capne Pierre de la neuffcourt et ledit Colla le roy son beau-frère.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.43, f.101r]
9 février 1612
Cap. Pierre Neuffcourt à la rep. de Polys Andry son beau-frère.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.44, f.112v]
9 février 1612
Willem Neuffcourt et Polys Andry son beau-frère.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.44, f.113r]
26 juillet 1612
Acceptation faite par Paulus Jacob delle Neuffcourt au profit de Collar le Roy son beau-frère ..Jean delle Neufcourt leur
beau-frère Rendage du 2 juin 1605
Réd. par l'arrendem.. fait entre ledit Paulus et Collar le Roy du 7 août 1603.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.44, f.282v]
31 janvier 1613
Capitaine Pierre de La neuffcourte - Jean Martin de Hacboister.
sur les biens Jean delle neuffcourte, sur les biens Polis Andry son beau-frère.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.45, f.92v]
27 juin 1613
Theobald gendre Jacob delle neuffcourt le jeune et Jean Martin de
Hacboister.
Jean delle Neuffcourt et son neveu Théobald.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.45, f.247r]
14 octobre 1614
Aelid fille feu Jacob delle Neuffcourt, .. Jean delle Neuffcourte
son frère.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.46, f.128r]
28 janvier 1621
Mathi Collar de Herve .. sur les biens Polis delle Licourt a la
neuffcourt.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.49, f.295r]
3 aôut 1632
biens feu polis delle Licourt gendre de feu Jacob delle Noeuffcourte jeune.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.62, f.110v]
1 octobre 1637
Oblig. faite par Thomas le Rosseau cordonnier en Herve au profit de Olivier des Negges serrurier demeurant au Tiege
aussi de Herve .. engagé à feu Denis de Boeur le 13 novembre 1634 .. sur les biens que furent Jacob Neuvecour que par
après a possedé Henri Noé gendre audit Jacob .. ledit Thomas au nom de sa fille Margarite relicte dudit Denis et ses
orphelins.
[AEL Cour de Herve (franchise), reg.21, f.165r]
24 novembre 1637
Jean et Paulus frère avec Piron Collar et Bertrand delle bruyere leurs beau-frère fils et gendre de feu Paulus André
delle Licour banc de Trembleur ont été si conseillés au profit de Jean et Willem delle Neuffcourte frère et de la veuve
et enfants de feu honorable Annibal Porandelly vivant échevin de Limbourg .. entre lesdits Jean et Willem et consorts
representants feu le vieux Jacob delle Neuffcourte.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.66, f.220v]
27 janvier 1639
Laudation, agréation faites par Jean de gerono et Jacquemin Maigret
ambedeux échevins de cette cour au profit de Jean et Willem de la
neufcourt et consors représentants feu Jacob dudit lieu et aultres
cy en bas dennomez : Jean de gerono nre confrere eschevin en qualité et représentant peronne veffve de feu Jacquemin le
chastelain vivant bourgeoys de Liege et Jacquemin Maigret aussi échevin de cette cour se qualifiant pour Servais Maigret
son père, Jean Maigret son oncle, Olivier de Hacq, les héritiers feu Antoine de Mortier et Houbert Pieron de saulcis fils
de feu Catherine Maigret tous héritiers ab instestat de feu Gerard Maigret jadis mari de feu Aelid Willem de la neuffcourt
d'une part et Jean et Willem de la neuffcourt avec leurs cohéritiers représentants de feu Jacob de la neufcourt leur père,
beau-père et grand-père respectivement avec Maroie veuve feu Lambert de halleux, Jean Michel de Mortier, représentants feu
Jacquet des neiges et Servais Hacquin de Monceau représentant feu Jean Laurent de Mortier d'autre part
Gérard et Aelid décédé sans hoirs .. Aelid a réépousé en secondes noces Ernot fils Jean Jacob de Rogister lequel en 1581 a
vendu a Jacquet des neiges en 1581.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.67, f.200r]
15 octobre 1640
Henri Noel gendre feu Jacob neufcourt vivant resident en la terre de bolland partie faisant tant pour eux que pour ses
cohéritiers et autres représentants feu le vieux Jacob delle neufcourt son grand père à raison de sa femme .. noel witJan
xxx.
[AEL Cour de Neufchâteau, reg.24, f.97v]
Mogelijk is de hierboven genoemde Jan DOUVEN een kleinzoon van
Jan DOUVEN en Itgen HALL.
In 1550 was Jan DOUVEN, gehuwd met Itgen HALL, “rentmeister ende
mitscheffen” der hoofdbank Heerlen. In dat jaar werd hij met Lienart
[CLOOT?] in die Croene door de hoofdbank Herle afgevaardigd voor het
afleggen van de eed van trouw te Brussel aan Philips, prins van Spanje,
zoon van Karel V.
Wellicht gaat de naam DOUVEN terug op een huis of hof. We kennen van
oudsher hofnamen als “in die Du(y)ve” en “de Douve” (Merkelbeek).
[uit “Land van Herle”, band 1985/1988, p. 210]
De familie DOUVEN was door erfenis mede-leenheer van het landgoed
Terworm. Met name in het midden van de 16de eeuw komt
het tot een versplintering van het landgoed.
“Verschillende spleetlenen werden apart verheven, soms onder de naam
Terworm, soms onder de naam van een van de eerste verheffers. Zo komen
we later het Douven-leen, het Van Hallen-leen en het Van Rade-leen tegen.
Het Douven-leen is genoemd naar Jan DOUVEN, die een spleetleen, groot één
bunder, in 1553 verhief. Jan DOUVEN was echtgenoot van Itgen VAN DER
HALLEN en rentmeester van Heerlen. Op 8 oktober 1560 verhief Dirk
DOUVEN [namens hemzelf, zijn zus en broer, met behoud van tocht voor
zijn moeder [=Itgen VAN DER HALLEN] en met meer erfgenamen] het leen dat
de heer Anton VAN DER HALLEN zaliger nagelaten had aan Terworm. In 1567
werd Dirk DOUVEN opnieuw beleend voor de Keurkeulse mankamer met een
ander spleetleen van Terworm, groot 2,5 sillen en gelegen bij de
bouwlanden van Terworm naast Simon VAN WYLRE; Dirk gold ook als ophelder
[degene die namens zichzelf en anderen de leenverhouding is aangegaan]
voor de andere deelhouders van dit spleetleen”.
[uit “Land van Herle”, 1999/3-4, p.114]
Op 26 februari 1612 heeft Houb Houben van Klimmen "bij manier van Erffwissel" overgedragen aan Jan Haerst,
goederen door hem bij zijn schoonvader Saliger Merten Schillinx achtergelaeten, eerstelijck sin Huijs met Weijde
tot Welten.
[Grondbezitters te Welten in de 16e eeuw" door H.C.J.M. Kreijns nr. 49 pag. 28]
Op 12 september 1618 heeft Hendrick van der Eijck overgedragen aan Johan Harst een morgen in den Wijngaart. Noch
overgedragen aan Johan Harst een halven morgen aen dat Reutenboomken, den wegh die naer den Boesbergh geijt.
[Grondbezitters te Welten in de 16e eeuw: door H.C.J.M. Kreijns nr. 27 pag. 20]
Op 19 januari 1624 lenen de gebroeders Ruth en Johan QUIX te Sittard geld met als onderpand hun huis en tuin te Tuddern [D].
Jan Habets woonde met zijn gezin in de Nieuwstraat te Klein-Haasdal naast het echtpaar Jan Roebroeck-Anna Hagelstein.
Op 29 november 1620 kopen Jan en zijn echtgenote Meijcke Pinxten van Peter Sykens van Meerssen 3 gr.r. akkerland op de
Balsbergh aan de Maastrichterstraat te Haasdal.
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Meerssen, inv.nr. 7355 pag. 186]
Op 21 juli 1628 kopen zij van hun buren Roebroeck-Hagelstein 8 kl.r. akkerland aan de Bosserweg gelegen. Dit land was
belast met een half vat rogge aan de kerk van Meerssen.
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Meerssen, inv.nr. 7315 pag. 145]
In 1630 verkoopt Jan aan zijn broer Peter Habets gehuwd met Meijcke Coex 2 gr.r. akkerland gelegen op de Brummecuyl.
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Meerssen, inv.nr. 7315 pag. 214]
In maart 1644 koopt Jan van zijn broer Gerard gehuwd met Agnes Coex 7 gr.r. akkerland in de Brummecuyl grenzend aan het
Ravensbos. Hij betaalt hiervoor 100 daalders, de daalder gerekend als 30 stuivers. Totaal 150 gulden.
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Meerssen, inv.nr. 7358 pag. 2]
Op 9 april 1649 lenen Jan Habets en Meijcke Pinxten aan Jacob de Bije gehuwd met Anna Vollers 100 gulden met als
onderpand 3 morgen akkerland in de Nonnedelle.
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Meerssen, inv.nr. 7318 pag. 25]
Op 7 oktober 1650 lenen zij nogmaals aan Jacob de Bije gehuwd met Anna Vollers 50 gulden.
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Meerssen, inv.nr. 7359]
Aangezien Jacob de Bije de schuld van 150 gulden niet kan terugbetalen verkoopt hij op 20 juli 1651 een deel van het als
onderpand gestelde land om toch zijn totale schuld aan Jan Habets te kunnen betalen.
Denis DE TROISFONTAINES est cité à partir du 18 avril 1554 [Trembleur 4-429]; il vivait encore le 4 mars 1609, apparament
veuf [Trembleur 15-126vo].
Encore cité dans la cour de Cerexhe le 14 mars 1619 [CX 14-45].
Le 8 avril 1554, son père achète pour ses deux fils François et Denis 9 verges grandes "deseur l'église". Il possède des
biens, parmi d'autres, aux marlières de Fafchamps, "en Basille", au lieu-dit "l'enclos", aux Doyar,
dessous "lacroix Martin", en champagne de Trembleur, aux Foxhalles, à Feneur.
Il est aussi appelé "le vieux"
ou "l'aîné".
23 septembre 1568
Denich de Maroux fils Johan de Verviers de Naige al rep. Dudit Olivroux son beau-père en sub. de mariage.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.20, f.2v]
4 aôut 1569
Denich fils Johan de Vervier manant à Maroux.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.20, f.164r]
25 avril 1575
CogCe de parchon fait d'entre piet de maroux et ses comparchonniers Comp. piet de maroux comme marit et mambour de
maroye son espouse fille de feu denixhe groma de maroux avecq lui ledit piet les hoirs de feu Jehan de vervy beau-frère
audit piet, a raison de mabille son espeuse aussi fille legitime dudit denixhe groma /a savoir Jehan de vervy/ denixhe/
thomas/ martin/ et cornel freres et winandt delle haye sicq marit et mambour de margarit son espeuse soeur audit frères
tous enfants dudit Jehan de vervy l'aisnet lesquels partie tous ensemble confessant d'avoir faicte leurs part et parchons
des biens a eulx succede et devolus par l obyt et trespas de feu Sandre de neiges.
[AEL Cour de Bolland, reg.6, f.75v]
21 novembre 1582
Regrosse rendu par les hoirs Johan de Vervier ascavoir Johan, Cornet, Denis, Winand de Neiges à raison de Margaritte son
espeuse et Johan du Bois partie faisant tant pour son usufruit que pour la propriété de l'orphelin feu Thomas filz legitime
dudit feu Johan de Vervier engendree par ledit feu Thomas ens Jehenne jadit son espeuse au present espeuse audit Johan du
Bois, à Winand de Chefneux (JH).
[AEL Cour de Mortier, reg.3, f.83r]
6 mai 1602
Renom d'humier Comp. Denys Vervier dem. à Maroux, Denys son fils par lui engender en feu Anne son espeuse fille feu
Olliveroux de Cheveneux - et Piron de Troix Fontaines gendre dudit Denys l'aisné - Pasqueau le cuvelier demeurant à
Rossemelle si que mari à Jehenne son espeuse fille feu Olliveroux de Cheveneux l'aisné qui auparavant a été espeuse à
feu Pirotte Mathonet le jeune, Ollivier et Mathonet frères enfants dudit feu Pirotte Mathonet par lui engendrés en ladite
Jehenne et Catherine leur soeur.
[AEL Cour de Fléron, reg.23, f.126v]
20 décembre 1618
Denis verviers de Maroux.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.48, f.52v]
10 may 1591
Oeuvres Catherine veuve feu Laurent Delle Bruyre à la reportation de Jean Le dent.
L'an quinzecent nonantung le dixième jour du mois de Maye fût Catherine veuve feu Laurent Delle bruÿre partie faisant
tant pour Jacque que Beautrix ses enfants advesti sauf tous droits à la reportation de Jean Le Dent, en douze verges
grandes et saises petites de terre ligges soubz l'obligation des autres biens dudit Jean le dent gissant alle bruyre
joindant vers midÿ az représentants Jean du Foxhalle et du l'autre costé à Jamin Magritt.Au moyen et parmi quoi lesdits
Jacque et Beautrix ont furnÿ et donné audit Jean le dent la somme de cinq cens setantesix (?) florins liègeois une fois
comme ledit Jean at cognut et confessé, obligeant ...
-- février 1599
Oeuvres Jean de Boïs à la reportation de Jacques Delle Brullier.
L'an quinzecent nonante neuf le ... jour du mois de febvrier pardevant nous la Court et Justice de MortierJacques Delle
Bruwier lequel at été si délibéré qu'il reporta ... en mains de notre maÿeur sa maison ... et assisse ... son jardin ...
lesdits maisonnages sont situés et ... au lieu delle bruwier ...maison et ... à la maison que fut Lauren del bruwier et
ledit jardin joindant vers occident à Henry Margaritte, damont az représentant Laurent delle Bruwier vers orient alle voÿe
et daval vers Mortier audit représentants Lauren Delle Bruwier.La Cour ....et ... Guil Fortemps ... de cortil faict en nom
et au proffit de Jean De Bois et au moÿen et parmi quoi ledit Jean Dubois debvra acquitter telles gages et rentes que
lesdites maison et jardin .. et ... ledit Jacques et ... payer ... environ ... pour moins et trois dallers de rente et
pour les ... dudit Jacques la somme de treize centz florins liègeois en une fois siqque le furnir promptement deux centz
florins liègeois, item ledit Dubois prend gage de payer en en cquitte dudit Jacques et Rigauld Delle Bruwier centz florins
liègeois ... prochain audit Jacques encore centz florins et la rédime portant encore nouftz centz florins liègeois ... le
jour de la St Léonard prochain ... a plus tard et ... Dubois ... oblige ... et ses biens meubles et immeubles de faire et
furnir les paiements ...
-- mars 1599
Oeuvres Beautrix fille feu Laurent Delle Bruyr à la reportation de Crespin de Liège.
L'an quinzecent nonantenouffz le dernier jour de mars fut Piron du foxhalle partie faisant tant pour son droit d'humiers
que pour la propriété de Beautrix fille feu Laurent del bruÿr engendrée en Catherine espouse dudit Piron
...Ledent ... espouse audit Lauren advesty sauf tous droits à la reportation de Crespin de Liège en un daller de
rente ...quinze dallers ...sur les biens Jean Ledent delle bruÿr, au moÿen et parmi quoi ledit Crespin cognut dudit Piron
avoir reçu la somme de quinze dallers une foi, obligeant ledit Crespin ses autres biens pour faire toutes ...
17 avril 1603
L'an mil six centz et trois le 17ième jour d'avril Jean Noël le jeusne mari à Beautrix fille feu Lauren Delle bruÿr
fut ..advestÿ sauf tous droit ou tous tels biens cent rentes ou héritages .. à Catherine veuve audit feu Lauren ... et a
rennoncé à ses humiers au proffit de ladite Beautrix ... aultre droit à succession qui ...
11 juin 1603
Renoncement d'humiers faict par Catherine qui ja (jadis) fut épouse à feu Laurent Delle Brullier au proffit de Jacques
son fils et Jean Jean Noël son gendre.
L'an mil six centz et trois le ... jour de juin comparut par devant nous la court et justice de Mortier Catherine qui jadis
fut espouse à feu Laurent delle bruwier, laquelle avec consentement de Piron des foxhalles son moderne mari at renoncé à
ses humiers et vicaries en une maison tiémense et ... appendices ..., graigne, stablerie et tout ... séant alle bruwier ...
quatre et demÿ verges grandes d'héritaiges compris ses assises .. maissonages ... que pour le tout ils dissent avoir mis
limittes et potaux, ... vers Mortier à Henry Margaritte et aussi vers bleynÿes vers hacboister alle voÿe et d'autre costé
au mesmes biens audit feu Laurent Delle Bruwier Et recu celle faict au proffit de Jacques Delle Bruwier son fils et Jean
Noel le Jeusne son gendre et beaufrère audit Jacques ... en furent advesty sauf tous droits .. faict ledit Jacque a repporté
sa partie desdits maisonages édiffices et héritges au proffit dudit Jean Noël son beau frère présent qui en fut advesti
saufs tous droits pour sa propriété et ... si bien ... dudit Jacque que sa propre partie dudit Jean Noel en récompense
dequoi ledit Jean Noel debvra ... et faire sa justice ... et illecq ... et aggrer tels transport et venditions que ledit
Jacques a ici faict tant en son nom que pour l'épouse dudit Jean ... mineurs tant au proffit de Pirot Le Marichal de Loneux
touchant une maison et certain ...extant le Lonneux et rentes ....
11 juin 1603 Renoncement d'humiers faict par Catherine relicte de feu Lauren Delle Bruwier présentement espouse de
Piron des foxhalles ..
L'an mil six centz et trois le onsième jour de juin pardevant nous la court et justice de Mortier . Catherine espouse à
Piron des foxhalles a renoncé à ses humiers au proffit de Jacque ...
17 novembre 1604
Création faite par Jean Noël le Charpentier envers Jacques Dortu del bruyr.
L'an mil six centz et quatre le dixseptième de novembre Jean Noël comme mari à Beautrix son espouse fille de feu Lauren
del bruÿer à ... et approuvé les marques qu'il a faict cidevant au nom de la dite beautrix. Son beaufrère Jacques del
bruÿer déclarant de ne ... en ... le contraire ... faire ou opposser pour tels ...
COUR DE JUSTICE de Cerexhe-Heuseux n°8;
[f°127r] 21-4-1574 […] Guilheame DE BURDOCUISINNE fil de feu Guilheame STASKIN avecque luy Jacque LE MASSON son seroige
[relèvent les héritages] a eulx escheus succedeis et devolus depart pere et mere, grandsire, grandeme et
prediscesseurs […]
COUR DE JUSTICE DE HOUSSE:
[p. 159] 6 mai 1560 oeuvres Johan LE GORHELIR mannant a Liege alle reportation de Johan JACQUETZ filz de feu Jacquez
DELLE BEHOULLE son serouge, Et ledit GOHERLIR le reportat sus a profit Guilhame demorant a BERDOULCHOHINNE. [...]
(f¡90v-91r) 20-6-1580 Assignation faicte par Guilhaime DE BURDOCUHIN au proffict de Martin le Jeune DE FAFCHAMPS son
filliastre [...] Le tout en subside de mariage a raison de Marie fille dudit Guilhaime, et espeuse audit Martin [...]
[f¡91rv] 20 juin 1580 Oeuvres Francheu HOYENEAU a la reportation de Martin le Jeune DE FAFCHAMPS. [de la rente ˆ lui
transportée ci-dessus par] Guilhaime DE BURDOCUHIN son beau pere [...]
[f¡62v] Pasque 1582 Wilhaime DE BURDOCUISINE [contre] Lambert CRAHEAU seconde marit a Alid vefve Hubert DELLE
BOUHOULLE [...]
(f¡145rv) 18-6-1584 Discambge faite entre Guilhaime DE BURDOCUISINNE Laisné et Franck LE ROSSEAU de Heuseur. [...]
ledit Franck (a) 12 stiers peautez heritaubles (affectés) sur le by et course d’eaiwe de l’usinne et follerie dudit
Guilhaime mowans en la haulteur de Cheratte [...]
[p. 5] 15 décembre 1584 [acte barrŽ*] oeuvres Guilhaime DE BURDOCUISINE Laisne a la reportation de Guilhot DE BARCHON ens ung
muidz spelte rente heritauble pris hors de 3 muydz spelte qu'il dissoit et embauldissoit avoir sur les biens dudit Guilhaime
miesme a lieu de Burdocuisinne ou que la maison dudit Guilhaime et sa follerie est sus erigiee [...]
[f¡162v-163r] 7 janvier 1585 Oeuvres Guilhaime DE BURDOCUISINNE Laisné a la reportation de Guilhot DE BARXHON. [...]
[p. 101] 22 ocotbre 1588 Jehan THIER NAGAN comme pere et mambour de Cathon sa fille icelle en personne se rende
plaincteff [...] de Guilhaime DE BURDOCOUSINNE Laisne que sest presume de battre ladite Cathon a bleceure et sang
coullant ...] ledit Guilhaume comme pere de Ernoul son fils [...] ladite blessure en sa teste large et overte
penetrante assŽ profonde [...]
[p. 102] 29 cotbre 1588 [...] servant la plainctes de Jehan THIERNAGAN et sa fille contre Guilhaime DE BURDOCUSIN Laisne
(accord entre les parties) touchant le faict de lÕhonneur de ladite fille pretendue a raison de l'enffan quelle a engendre
de Ernoul filz dudit Guilhaime [...]
[f¡223rv] 21 ocotbre 1589 Oeuvres Cathon fille Jean DE THIERNAGANT a la reportation de Guilhaime DE BURDOCUISINNE (aussi BURDO)
L’aisné (...) (ce dernier) partie faisant pour Ernoulx son fil (...) touchant la defloration de ladite Cathon commiese par
ledit Ernoulx (dédommagement de 2 dallers de rente] ledit Guilhaime estant son plain siege de mariage [demande qu’après les
deces de luy et de sadite espeuse ses autres enfans ne seront aulcunement tenus a ayder payer ou supporter lesdits 2 dallers
de rente, ains sinon seulement ledit Ernoulx son fil [...]
[p. 120] 21 octobre 1589 [Guilhaime BURDO LAisné [...] partie faisant pour Ernoulx son fil [reporte 2 dallers au profit de]
Jean DE THIERNAGANT partie faisant pour Cathon sa fille touchant la defloration de ladite Cathon ayant ledit Ernoulx en
icelledite Cathon gaigne ung enfan femelle appellee Marie (...) ledit Guilhaime estant en son plain siege de mariage [...]
(Il est aussi convenu qu'après le dècés de Guillaume et de son épouse aucun de leurs autres enfants ne seront obligés,
sauf Ernoulx) [...]
[f¡227v] 19-5-1590 Discambge faite entre Wilhaime GRAND JEAN de Vaulx et Guilhaime DE BURDOCUISINNE Laisné. [...]
[p. 162-163] 12-1-1591 Guilhaime DE BURDOCUISINNE Laisné (obligation envers) Alexys DE HOUSSE nostre confrere que pour ou
cas que Guilhaime BURDO son fil nostre greffier fuisse negligent et defailhant de payer [...]
COUR DE JUSTICE DE TREMBLEUR :
[folio 86] 2 mai 1565 Wilhem de Bordogohinne acquiert de Winant del Haie 2 muids
[folio 99] 22 juin 1575 Wilheamme de Burdocuisinne vend à Winand delle Haye une rente foncière de 4 muids et 6 stiers
spelte
COUR DE JUSTICE DE HOUSSE:
[f¡81v]18 mai 1547
oeuvres au prouffit Thomas DE VERVYER alle reportation de Johan LE PAIGE de Housse. [...]
[f¡82r] 2 janvier 1548
oeuvres a prouffit Thomas DE VERVIER alle reportation Johan LE PAIGE. [...]
[f¡82v] 29 avril 1549
oeuvres a prouffit Thomas DE VERVIR alle reportation Johan LE PAIGE foristier. [...]
[f¡83r] 4 mars 1561
oeuvres Thomas DE HOUSSE a la reportation de Alexis CLERCQUE dudit Housse. […]
[f¡156r-159v] 19 novembre 1584
Rellieffz et parchons des enfans feu Thomas DE HOUSSE [...] asscavoir Johan, Xhervel, Thomas, Oury freres et Jehenne leurs
seures tous enfans de feu Thomas DE HOUSSE par iceluy legittement engendrez ens feu Catherine son espeuse avecque eulx
Remy HOYENEAU partie faisant tant pour son droit dÕusufruct que pour la proprietŽ de ses enfans orphelins par luy legittement
engendrez ens feue Sabeau son espeuse fille iadite audit Thomas, Johan DIRICK marit a Agnez son espeuse, Guilhaime BURDO
nostre greffier marit a Alid son espeuse ambedeux filles dudit feu Thomas oussy legittimes, avecque eulx Paulus DE LEVAL
et Margaritte sa seure enfans legitimes de feu Paulus DE LEVAL jadit censier audit lieu par iceluy engendrez ens feue
Margaritte fille dudit feu Thomas avecque eulx leurs beau freres Franck DE FECHIER marit a Catherine son espeuse et Johan
Wathy DE MELEN marit a Marie son espeuse ambedeux filles audit feu Paulus engendrees ens ladite Margaritte [tous relvent les
biens de) feu Thomas DE HOUSSE et Catherinne son espeuse leurs feu pere et mere, beau pere et belle mere, grand sire et grand
mere [...] [Ensuite le partage; plus juridique que descriptif.] [...]
COUR DE JUSTICE DE MORTIER:
[folio 145] 18 décembre 1585
Thomas fils feu Thomas de Vervier jadis résidant à Housse relève les biens lui succédés par la mort de feu Thomas de
Vervier et Catherine son épouse, ses feus père et mère
25 juin 1562
plaids generaux St Jean Baptiste
Comp. Jehenne veuve de feu Johan Staskein de hault neige renonce à
ses humiers .. aussi bien dans la hauteur de bolland que dans la
hauteur de mortier.. au profit de tous ses enfants
a savoir Estienne/ Cloees / lambert / Jacquet /
michÿ henry / Johan d'entre deux bois marit
et mambour de Jehenne son espeuze / Jacob
del noeffcourt mari et mambour de maroie son
espeuze et kathelin leur soeur enfant dudit feu
Johan Stasken.
[AEL Cour de Bolland, reg.4, f.7r]
schepenbank Heerlen:
1520 Merten in die Lierp eynre hoestat (hofstede) genoempt Die Lierp naest neven Buijsmans goet gelegen. Zu ayfflijff eenre perz kuer.
Item nae de doot van Merten in die Lierp soe hee(ft) Berbe Peeter Tsanders dochter naegelaeten weduwe Mertens voerss voer eenen voergenger bewilt heure broeder Heijnrich.
De selve heeft dit voerss erff ontfangen op de derde dach in den mei 1551.
Pachter van "de hof van de Abdij te Sinnich" gelegen te Heer aan de oude weg van Maastricht naar Aken (D), de huidige
Bemelerweg [ca. 1599]. Deze hof brandde in 1852 totaal af.
Hendrik geeft in 1637, hij is dan weduwnaar, aan zijn zoon Reijner in pacht 5,5 bunder
land voor de tijdsduur van zes jaar.
[R.A.L.; L.v.O., Berg, Overdrachten en verbintenissen, inv.nr. 4365]
Jan Habets woonde in de Nieuwstraat te Klein-Haesdal met als naaste buur Willem Willems. Het gaat hem en zijn echtgenote
zeer voor de wind, want zij kopen jarenlang stukken grond aan en blijken ook nog over voldoende geld te beschikken om dit
aan diverse mensen uit te lenen.
In 1604 wordt de termijn van het door hem van Johan van Blijsterwijk gepachte land "Passaert" met 12 jaar verlengd.
Op 16 april 1608 koopt hij van Thijs Vlemmen van Ophoven een halve morgen akkerland gelegen "Op ten Paes" in Haesdal
grenzend aan Willem Smysmans en Jan Habets (hijzelf?) en betaalt voor iederen gr.roede 19 gulden.
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Meerssen, inv.nr. 7313]
Op 2 juni d.a.v. koopt hij, weer van Thijs Vlemmen, een stuk land "Achter de Hoeve" grenzend Mees Vollers van
Grijzegrubben en zijn naaste buur Willem Willems. Dit land is belast met een erfpacht van twee vaten rogge aan Hendrick
Couberch van Maastricht
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Meerssen, inv.nr. 7314]
Op 20 oktober 1609 koopt hij 4 gr.roeden land in het Weijnveld van Jan Schoenmeckers van Sittard, de schoonzoon van
Gerard Boshouwers.
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Meerssen, inv.nr. 7314]
Op 1 juni 1611 koopt hij van Peter van Oensel land achter Haesdal in de Waumber, grenzend aan Alaff Alaffs erven,
Willem Willems erven, Jan Schoenmeckers en het cloesterland van Sint Gerlach.
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Meerssen, inv.nr. 7314]
Op 29 augustus 1614 doet Maria Caldenborg, weduwe van Johan Deckers afstand van het vruchtgebruik van 3½ morgen akkerland
ten gunste van haar kinderen. Het land gelegen in het Bosserveld op de Aalbekerweg uitkomend en grenzend aan Willem Willems
en Willem Boshouwers wordt verkocht aan Jan Habets en Margartha Swarte.
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Klimmen, inv.nr. 7081]
Op 6 november 1618 ruilt hij 2 gr.roeden in de Waumber "den Douvendranck" met Jan Thijssen en Marten Pinxten hun
zwager voor een halve morgen akkerland te Haesdal grenzend aan Jan Odekercken, Gelis Heppen erven en "die Steghe".
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Meerssen, inv.nr. 7355]
In 1619 staat hij borg voor de opgenomen gelden van zijn zoon Reijner Habets gehuwd met Lijske Smeutgens alias Ackermans.
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Klimmen, inv.nr. 7082]
In 1621 verkoopt Gielis Habets aan zijn ouders Jan Habets en Margaretha Swarte 4 gr.r. en 3 kl.r. akkerland in de Waumber,
grenzend aan Peter Claessen en Jan Schoenmeckers erven.
[R.A.L.; L.v.O., Schepenbank Klimmen, inv.nr. 7082]
Les garçons sont cités fils de Wiem de Troisfontaines.
Guillaume DE TROISFONTAINES est cité du 5 octobre 1530 [Trembleur 3-149vo] au 15 août 1555 [Trembleur 4-561].
Guillaume est décédé avant le 11 janvier 1559 [Trembleur 6-167] laissant une veuve prénommée Kathon citée le 23
novembre 1559 (Trembleur 6-208).
La cour de Cerexhe nous apprend que Denis et François sont les fils de Sente fille de Collin Rennechon de Heuseux et
qu'ils habitent à Troisfontaines également.
Le premier Troisfontaines cité s'appelait François cité du 7 janvier 1523 [Trembleur 3-30vo] au 23 avril
1533 [Trembleur 4-35]. On ne lui connait aucune parentèle, ni enfant, ni même de lien de parenté avec Guillaume, même
si parfois ils comparaissent ensemble; ce lien est néanmoins possible, voire probable si on s'en tient au prénom François
souvent porté.
23 septembre 1568
Denich de Maroux fils Johan de Verviers de Naige al rep. Dudit Olivroux son beau-père en sub. de mariage.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.20, f.2v]
4 aôut 1569
Denich fils Johan de Vervier manant à Maroux.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.20, f.164r]
25 avril 1575
piet de maroux mari de maroye fille feu denixhe groma de maroux les hoirs feu Jehan de vervy beau-frère audit piet mari
de mabille fille legitime dudit denixhe groma.xxx.
[AEL Cour de Bolland, reg.6, f.75v]
25 avril 1575
CogCe de parchon fait d'entre piet de maroux et ses comparchonniers Comp. piet de maroux comme marit et mambour de
maroye son espeuse fille de feu denixhe groma de maroux avecq lui ledit piet les hoirs de feu Jehan de vervy beau-frère
audit piet, a raison de mabille son espeuse aussi fille legitime dudit denixhe groma /a savoir Jehan de vervy/ denixhe/
thomas/ martin/ et cornel freres et winandt delle haye sicq marit et mambour de margarit son espeuse soeur auditmfrères
tous enfants dudit Jehan de vervy l'aisnet lesquels partie tous ensemble confessant d'avoir faicte leurs part et parchons
des biens a eulx succede et devolus par l obyt et trespas de feu Sandre de neiges.
[AEL Cour de Bolland, reg.6, f.75v]
22 octobre 1580
Cornel de Vervier resident à Trembleur reporte à Winand de Neiges on beau-frère une weaide appelle la weauide des
carabbins + 2 bunders (trad. nl - JH).
[AEL Cour de Mortier, reg.3, f.23r]
22 janvier 1581
Assignation Winand filz Hubert de la Haije au proffit de Cornel de Vervier de Trembleur son beau-frère (JH).
[AEL Cour de Mortier, reg.3, f.179r]
21 novembre 1582
Regrosse rendu par les hoirs Johan de Vervier ascavoir Johan, Cornet, Denis, Winand de Neiges à raison de Margaritte son
espeuse et Johan du Bois partie faisant tant pour son usufruit que pour la propriété de l'orphelin feu Thomas filz legitime
dudit feu Johan de Vervier engendree par ledit feu Thomas ens Jehenne jadit son espeuse au present espeuse audit Johan du
Bois, à Winand de Chefneux (JH).
[AEL Cour de Mortier, reg.3, f.83r]
10 mars 1583
Henry Herman de Charneux beau-frère de Johan Michel de Naige ..Johan adv. en des b. que fut partenant à Johan d'entredeulx
bois maryt et mambour de Jehenne la veuve de feu Thomas fils de feu Johan de vivier de naige gendre feu Jacquemin de
Walrymont.
[AEL Cour de Herve (ban), reg.27, f.383v]
29 novembre 1586
Johan de boys adv. tant pour en droit que pour la propriété de mabille fille feu thomas de vervier fils feu Jean de
vervier l'aisne en son temps resident en neiges en Jehenne de Walrimont pntement espeuse audit Johan de bois jadis
espeuse audit feu thomas verviers.
[AEL Cour de Bolland, reg.7, f.51r]
Henri, Rigauld et Jehenne sont cités dans les registres de Cour de Justice de Mortier d'octobre 1530 [C.J.M.reg.1 p.12] au
5 mai 1534 [C.J.M.reg. 1 p.39].
Mention est aussi faite le 17 mai 1536 [C.J.M.reg.1 p.62] de Jehenne de la Bruyère, fille de Henri Riga. Il est possible
que cette Jehenne soit la soeur de Rigauld, lequel serait ainsi le fils de Henri Riga.
Le 23 mars 1558, il est encore question des biens de Rigauld del Bruyère [C.J. de Trembleur reg.6 p.123].
Il est en tout cas décédé avant les "Plaids Généraux des Rois en 1572" [Epiphanie] [C.J.M.reg. 1 p.138].
Le 28 février 1573 (C.J.M.reg.3 p.4), on trouve un acte concernant les hoirs de feu Rigauld d'el Bruyr, mais ceux-ci ne
sont pas nommément cités et tant qu'à présent, aucun document n'a été trouvé qui aurait permis de les identifier
formellement.
17 décembre 1551
C.J. de Trembleur n°5.
Oeuvres Aert de moelingen (Mouland) clercq, à la reportation de Henri Riga mo(u)lnier à dolhain [Dalhem].
L'an XVVI [1551], le xvii [17e] de décembre, comparut pardevant nous Henri Rigal molnier, d'une part, et Aert de
mouland clercq d'autre part, lequel henri comme estant en son plein siège de mariage avecq Jehenne fille hentgen Awichampt
reportat ses en la main de Warnier de Genestre, en ce notre mayeur substitué, cinq journals de terre qu'il avait gissant
devant le emprès les deux salx (saules) joindant selon [au long] le chemin et d'autres costés aux biens Johan Tossaint et
Oury Rendax, au profit dudit Art clerq, en nom et parmi deschambge ....... contre d'autres héritages que ici Art fait les
oeuvres audit Henri (= reporte à Henri) ens la franchise[= la ville] de Dalhem, à savoir un buscaige et petit pré à desseur
le vivier du prince ... avec une weide gisant à pont de Ristea que dit être la droite [exacte] moitié del pareille part que
les heurs [héritiers] fréderic Renchon, à condition que ledit Art debvera sur lesdits 5 journals de terres acquitter 14
stiers de spelte, dont il pourra en assener 4 stiers à Tiri de Gerasart; ce fait devera encore payer par an 10 stiers de
spelte, et ledit henri devra acquitter par an sur ledit buscaige [petit bois]
1°) à l'empereur [sic] ou à son receveur 4 muids et 5 chapons, et 1/2 muid à paulus del salx [delsaux], encore 1 muid à
Colla Renier, qui lui provient de son fils colla le jeune par reschose [redemption] hors des mains Sandre de neiges pour
48 florins, laquelle reschosse appartient l'action à toujours aux heurs Jehan Cabgel, comme ledit Art dit, et donne par ce
audit henri icelle même action de pouvoir ainsi faire, Item devra ledit Henri encore payer par an sur ladite weide 12
stiers spelte .... et au dessus de ses supertreffons encore assignes 14 stiers sp. dedens notre hauteur ou franchise de
Dalhem [suit encore une condition en cas de défaillance] ...
Il semble néamoins que les frères et soeurs qui suivent soient les enfants de Rigauld delle Bruyère.
Laurent del Bruyère
dont les descendants prendront le nom DORTU ou DORTHU.
Bertrand delle Bruyère
cité dans les registres de Cour de Justice à Mortier, et notamment avec son frère Laurent, dans de nombreux actes du 23 octobre 1566 (C.J.M.reg. 2 p.29) au 28 janvier 1616 (C.J.M.reg.7)
décédé avant le 29 mars 1623 [C.J.M. reg.8]
avant le 11 mars 1566, il avait épousé une fille de Jehan THOMSON [l'aîné] de Gobcé: assignation de mariage [C.J. de
Trembleur reg.8 p.182].
Henri del Bruyère
cité avec ses frères le 23 octobre 1566 [C.J.M. reg.2 p.29]
décédé avant le 2 mai 1595 [C.J. de Trembleur reg.12]
laissant au moins un fils Rigauld, cité à cette date, et dans trois actes à Mortier du 26 avril 1595 au 11 mars 1598.
Marguerite
qui épouse avant le 23 novembre 1569 [C.J.M. reg.2 p.182], Jean, fils de Francheu FLAMAN, dit de Gobcé.
Op 28 april 1561 maakt het echtpaar Maeghs-Pachen voor het Gericht van Breust in tegenwoordheid van de heren Jan Crebbers,
Willem van der Poerten en Claes Haegels hun testament op.
Testament Gerijt Maeghs ende sijn huijsfrouwen Naellen.
In den naem ons Heeren amen. Condt ende kenlich sij allen deghennen die dys tegenwordich instrument van testamenten sullen
leesen offte hoeren leesen, dat in het jaer naeder saliger geborte van ons lieffe Heeren Jezu Christi, als men screif duysent
vijffhondert ses en vijfftich den vierde Agusty oft daeromtrent der verschien indictie der pontificatie oft coronatie onser
allerheijlichsten Vader in Gode ende Heere Pauly, van de Godlicher versienicheytz der vierden Paus van dien naem, in sijnen
irsten jare, in tegenwoerdigheyt mijns gemeijnen ende openbaer notaris ende der getuygen, hieronder gescreven, tot de
naevolgende saecken ende dyngen geropen ende sonderlinge gebeden soo heft sich lijfflich verthoont ende erschienen in
haere properen (eigen) persoen met naeme Nael, Gerijt Maeghs huijsfrouwe met consent ende bywesen haers mans Gerken
voerschreven. Ende dieselve Nael cranck siende naer den lichaem, nochtans alle haere memorien ende verstandt wael hebbende
ende haeren synnen overall wael mechtlich siende ende overdenckende die crancheit ende broosheyt der mynschlicher natuere
ende dat nit sekerder is dan die doot ende nit onsekerder en is dan die ure des doots. Daarom hefft naer die voerschreven
Nael haer versien als wanneer dye ure des doots quame, dat sy alsdan nit gevonden en worde onvoorzien ofte onbewaert, sonder
haer testament te maecken, soo nae sy in haere memorie ende gedachten die wordt des hylgen Christophoor seggende: ordentet
dyn huijs ende versich dich want doe moets sterven.
In den iersten soo bevielt die voors Nael Godt almechtig, Maria syne lieve gebenede (gezegende) moeder ende alle Godts
lieve Hylichen, haere ziele, wanneer sy vuyten kerker haers lichaem scheyden sall, in hunner hoeden. Dit aengesien ende
gemerckt, soo hefft die voors Naell haer testament gemaeckt van haeren goederen, haer van den almachtige Godt verleent op
diese wereld:
In de iersten! soo laet dese testamentmaeckerse voors Synte Lambrecht Dom tot Luijdiche X stuver brabants yns te batalen voer
haer blint onrechtverdich goet, oft sy eynich hadde.
Noch soo laet die voors Naell met consent (instemming) van haerr man voors, haeren soon Gerken dat nuy huys myt der porten,
met der schueren ende den halven hoeff nae die Steghe.
Noch soo laet die voors Naell dat ander halfschit van den hoeff nae Bruest met den alden huys ende die stalinge aen die
straet haeren soen Jan ende den pacht, dat der voors bouw mit der plaetzen daer der voors bouw op staende is, uytgeldende is,
sullen sij, te weten Gerken en Jan, gelyckerhant betalen.
Noch soo laet dye voors Naell haeren soen Peter dat hoeffken aen Henne Maeghs huijs ende hoff, reygenoet Paes Pachen.
Noch soo laet dye voors Nael eyn eder van haeren dochteren eyn vyrdel loss lantz, hetwelcke lant gelegen is: twe vierdel op
den Kerkpadt, noch eyn halff bonre op dye Ryckelere straet, noch eyn vierdel gelegen onder Marlant, reygenoet Goes van Bruest.
Item noch is memaeckt ende geordiniert tussen voors Mael ende haeren man voors offte yemantz van allen hunnen kinderen
sterven sonder eynighe wettige kinde oft geboerte achter te laeten, soo sal 't goet weerom koemen aen die rechte erven.
[Archief OCGL Landgraaf]
In 1564 ruilt hij met zijn broer Erken Habets gehuwd met Nees Engelen een halve bunder land in de Pijpenweide. Verder bezat hij land in de Watercuil en achter de hoeve in Klein-Haesdal.
COUR DE JUSTICE DE TREMBLEUR
[folio 65v] 1526
le mercredy devant les quatertemps .. La Ste Croix ) Piron Pirkneau de Blengis offre ses biens meubles à Denixhe dit Gronart
pour les bienfaits que ledit Gronart lui a faits
[folio 75v] 20 décembre 1535
Gronard de Maroux relève les biens des ses parents
[folio 84v] 15 novembre 1536
Denix Gronardt de Maroux opère la reschosse de 1 muid spelte hors des mains de Gerard Maheau
[folio 84v] 15 novembre 1536
Denix Gronardt de Maroux opère la reschosse de 1 muid spelte hors des mains de Gerard Maheau
[folio 60v] 1547 sans date
Accord entre Sandre de Neige mayeur de Mortier d' une part et Denixhe dict Grona de Maroux et Leonard de Bleignis tous
trois frères légitimes et Johan Tomson de Gobce sicque mari et mombour a Katheline son espeuse fille legitime de feu Johan
de bollant soroige audit trois freres - [folio 192 1553 8 mars] Denixhe Grona, Sandre de Neige et Leonard de Blengnis,
frères, relèvent les biens leur provenant de par leur tante Pentecoste de Richelle et de son feu mari We Everard
Notitie bij overlijden van Daem:
Septem dormientium. Obyt Adam Knobben, qui es sepultus in ecclesis [in] opposito et ante altare fratrum fraternitis san[cti] Nicolai, qui legavit pro suo anniversario ac suorum parentum unum maldrum siliginis super pomerio, qui spectat ad civitatem jacente apud viam Zittard.
Vide inferius etiam legatum uxoris sue Katherine pie memorie.
[Rijksarchief Brussel inv. nr. 7100 fol. 24. Etablissements religieux. Uitgegeven in druk: Publications 1924 pag. 256 e.v.
Necrologium der kerk van Valkenburg]
Notitie bij overlijden van Catharina:
Festivitas Omnium Sanctorum. Obyt Katherina Knobben alias Morrekens de Gronsselt, uxor legitima Ade Knobben, sepulta in
ecclesia ante et apud altare fratrum fraternitatis sancti Nicolai, que petiit in suo agone providere anime sue ac suorum
parentum ac prolium de anniversario faciendo, pro quo legavit unum maldrum siliginis superpomerio at certi pastoris jacente
apud viam Zittartensens. (De navolgende posten zijn van jongere datum.) Et habuit Adam de quo supora in Junio, die 27 XII
vasa siliginis super dicto pomerio, que duodecim vasa mediatim ipse legavit et aliam medietatem uxor ipsius; petiit admitti
tamquam pium legatum pro animo ipsius.
[Rijksarchief Brussel inv. nr. 7100 fol. 44. Etablissements religieux. Uitgegeven in druk: Publications 1924 pag. 256 e.v.
Necrologium der kerk van Valkenburg]
In de 12e eeuw vestigde zich Raës de Dammartin, een Franse edelman in Henegouwen. Om politieke redenen was hij door koning Filips I van Frankrijk gedwongen zijn land te verlaten. In Henegouwen trouwde hij met Alix de Warfusée, dochter van Libert Suréal de Warfusée en Agnes d'Awirs. Over dit huwelijk is volgende legende bekend: toen Libert, na het overlijden van zijn vrouw Agnes in de abdij van zijn kasteel de klokken luidde voor een mis, passeerde ridder Raës en ging de kapel binnen. Onder de indruk van de sereniteit van de plek, knielde hij daar om te bidden. De heer van Lexhy leidde hieruit af dat hij een edelman moest zijn en nodigde hem uit te overnachten. 's Avonds tijdens een gesprek werd het de heer van Lexhy duidelijk dat het ridder Raës de Dammartin was, een lid van de Franse koninklijke familie en besloot hij hem de hand van zijn dochter Alix aan te bieden.