Een tiental jaren geleden las ik een artikel in een Limburgse krant over de herkomst van
familienamen. Mijn achternaam kon ik echter onder geen enkele van de aangevoerde
rubrieken ordenen. Dit was - achteraf gezien – het begin van een jarenlang onderzoek
naar de betekenis van mijn achternaam. Al snel bleek dat als ik een verklaring zou willen
vinden, ik eerst op zoek zou moeten gaan naar mijn voorvaderen, m.a.w. de stamboom
of genealogie van mijn familie samenstellen. Immers, ergens zijn mijn voorvaderen
begonnen met het voeren van deze familienaam. In hoeverre ik hierin geslaagd ben,
kunt U lezen in het hoofdstuk ‚Enkele etymologische overwegingen’.
Uiteindelijk is deze publicatie een combinatie geworden van enerzijds archiefonderzoek in
Nederland, België en Duitsland, anderzijds van schriftelijke en mondelinge informatie van
de levende takken van de familie
Alleleijn. Dankzij de medewerking van de tegenwoordige
naamgenoten was het mogelijk om het gedeelte over de 20ste eeuw rijk te illustreren met
fotomateriaal.
Anders dan de titel misschien doet vermoeden, komen er in dit familieboek ook afstammelingen
van andere stamvaders voor [stam B, C, D en E] of naamgenoten waarvan de precieze relatie tot
een van deze stamvaders niet is aan te tonen [hoofdstuk Fragmenten]. Daar de mannelijke
lijn van stam B, C, D en E uitgestorven zijn en
Jan Alleleijn dus de stamvader is van alle huidig
levende Alleleijn's, is de keuze van de titel in dit opzicht naar mijn menig toch verantwoord.
Norbeck is de manier waarop het huidige dorp Noorbeek geschreven werd in de oude akten
uit de zeventiende en achtiende eeuw van de schepenbank Mheer. Noorbeek viel in die tijd onder
het bestuur van het land van Dalhem. Het land van Dalhem was één van de vier landen van
Overmaas. De andere drie waren het land van Valkenburg, het land van `s-Hertogenrade en het
hertogdom Limburg. Deze vier landen vielen van oudsher onder Brabants bestuur. Vanuit Brabants
perspectief lagen deze gebieden aan de andere zijde van de Maas, vandaar de naam Overmaas.
Het huidige Nederlands-Limburg bestrijkt een gebied dat tot drie van deze landen behoorde
[Dalhem, Valkenburg en `s-Hertogenrade]; enkel het oude hertogdom Limburg ligt geheel in het
huidige België. Ieder van deze gebieden was dan weer verdeeld in een
Staatse partage, bestuurlijk een
Hollands gebied, en een
Spaans partage gebied, dat qua bestuur en regelgeving onder Spaanse heerschappij bleef.
Met de keuze om de geografische verspreidingsgebieden van de nakomelingen van Jan Alleleijn
namelijk Zuid-Limburg, Pays d’Herve en Rheinland in de eigen landstaal te benoemen wordt het
hedendaagse internationale voorkomen van de naam Alleleijn rond het Drielandenpunt benadrukt.
Het woord
akkerluij – een term uit oude akten – wijst op het feit dat de leden van de familie
Alleleijn door de eeuwen heen veelal hun dagelijks brood verdienden in de landbouw.
Genealogisch onderzoek is een tijdrovende bezigheid; jarenlang speurwerk kan soms met succes
maar soms ook met teleurstelling eindigen. Desalnietemin is het niet uitsluitend het doel maar
ook de afgelegde weg die waardevol is. Het is dan ook het laatste dat het meest voldoening schenkt
net zoals in de weg naar‚Ithaka’, zoals de Griekse dichter Kavafis het zo bloemrijk verwoordt.
In de
de oudste schriftelijke vermeldingen zien we de naam
Allelein aan het einde van de 16de en begin 17de eeuw
verschijnen, o.a. in een rechtzaak die diende voor de schepenbank van Epen tussen
Peter Allelein en Jean Puts. In de archieven van de Laathof van Holzet vinden we enkele vermeldingen van Alleleins te Epen. Ook zijn er diverse kerkelijke inschrijvingen van
dopen, huwelijken en overlijdens; o.a. in een aantal Voerdorpen zoals Teuven, St-Martens-Voeren, St.-Pieters-Voeren, 's-Gravenvoeren; in Aken en omgeving en misschien iets minder evident, in
Leiden [zie
Fragmenten].
De stammen A, B, C, D en E worden afzonderlijk uitgewerkt. Zoals zal blijken
behoren alle tegenwoordige Alleleijn's tot stam A. aan het begin van de 20ste eeuw zien we dat de 3 zonen van Pieter Leonard Alleleijn en Joanna Maria
Hustings zorgen voor nakomelingen in Nederlands Limburg en in de regio rond Herve in België. De mannelijke lijnen van stam B, C, D en E zullen uiteindelijk in de loop van de 18de
en 19de eeuw uitsterven.
Binnen een stam krijgt iedere mannelijke naamdrager een Romeins cijfer en een
letter; het eerste staat voor de generatie en het tweede voor de volgorde binnen die generatie. De stamboom
begint dus bij de stamvader die aangeduid wordt met I. Zijn zonen krijgen dus II gecombineerd met een letter, etc.
De dochters krijgen geen nummering; zij worden meteen met echtgenoot en kinderen op de bladzijden van hun
ouders uitgewerkt. Indien een kind van een echtpaar – zowel zoon als dochter - verder niet meer vermeld wordt,
dan betekent dit dat er van het betreffende kind geen gegevens meer gevonden werden.
Wat betreft de religieuze achtergrond, kan met stelligheid beweerd worden dat de familie volledig rooms-katholiek was, hetgeen het verspreidingsgebied van de familie [gebied rond het Drielandpunt]
eigenlijk wel suggereert. Dit betekent dat als er bij een kerkelijke inschrijving niets vermeld wordt, dat het
dan een rooms-katholieke inschrijving betreft.
Onder de kop
Fragmenten wordt - voor de volledigheid - nog een aantal inschrijvingen in kerkregisters
vermeld dat niet direct in verband kon worden gebracht met een van de beschreven stammen.
Onder het kopje
Enkele etymologische overwegingen worden mogelijke verklaringen van de naam,
die tijdens deze genealogische verkenning naar boven zijn gekomen, op een rijtje gezet.
De naam komt tegenwoordig nog steeds voor in in het huidige Rheinland, m.n. in de omgeving van Aken;
hij wordt, zoals gebruikelijk in de Duitse taal,
Allelein gespeld. De persoonsgevens in Duitsland
zijn echter maar tot 1875 openbaar, zodat het moeilijk was om de
Allelein's uit Duitsland in kaart te
brengen. Daarbij kwam nog dat de huidige naamdragers weinig interesse toonden om gegevens te verzamelen.
Hierdoor blijft dit gedeelte van de genealogie onvolledig. De huidige
Allelein's uit het Rheinland die afstammen van Joannes Allelein, zoon van Hans Peter Allelein en van Agathe Lammerts,
behoren ook tot stam A. Tegenwoordig wordt in Nederland de naam zowel Alleleyn als Alleleijn gespeld terwijl in België de varianten
Alleleyn en Allelyn voorkomen.
De voorouders binnen de kwartierstaat van mijn vader Martin Hubert Alleleyn [AXIIi] vinden we grotendeels terug in Nederlands Zuid-Limburg en het Land van Herve; zij leefden vooral van de landbouw.
De voorouders van mijn moeder Hendrika Catharina Zwartkruis kunnen we terug traceren in Gelderland [Arnhem en omstreken] en Zuid-Holland; in Gelderland leefden de voorouders van de landbouw en
tabaksteelt terwijl in Zuid-Holland hield men zich bezig met landbouw en turfwinning.
Het is waarschijnlijk overbodig om te vermelden dat dit werk niet de pretentie heeft om volledig te zijn;
allicht bestaat er nog
niet-ontdekt schriftelijk materiaal. Genealogie is dan ook nooit ‚af’;
steeds nieuwe bronnen bieden een nieuwe uitdaging voor onderzoek om het familieverleden in beeld te brengen;
zo wordt het mogelijk om het alledaagse leven van onze voorouders – en stukje historie op microniveau - vast te leggen.
Hans Alleleyn [AXIIIr]