DIIIb





home

Christianus Alleleijn
z. v. Petrus Alleleijn en van Joanna Lousbergh
ged.: Mheer, 4 oktober 1722
begr.: Mheer, 18 oktober 1761

tr.[RK]: Mheer, 19 november 1752 [SS: Louwis Beckers, Joannes Vreuls en Cobus Roijen]

Catharina Thewissen
d. v. Hubertus Thewissen en van Barbara Reinders
ged.: Mheer, 7 augustus 1719
begr.: Mheer, 5 mei 1777


uit dit huwelijk ιιn zoon:

Joannes Petrus Alleleijn
ged.: Mheer, 15 mei 1754 [SS: Baltus Snepers loco Joannes Stijlen en Catharina Heijnen]
begr.: aldaar op 15 mei 1761

Hun enige zoon, Joannes Petrus, overlijdt aan variolis [pokken]. In 1761 heerst in Mheer een pokken-epidemie; in dat jaar overlijden in totaal 16 kinderen aan deze ziekte. 5 Maanden later overlijdt Christianus aan de gevolgen van dissenterie; met zijn overlijden sterft de naam Alleleijn uit in Mheer-Banholt.

Catharina Thewissen hertrouwt te Mheer op 15 februari 1763 met Johannes Bour [geboren te Sint-Martens-Voeren, 1738]. Hij overlijdt te Mheer op dezelfde datum als zijn vrouw; n.l. 5 mei 1777.

DIVERSE VERMELDINGEN

Christiaen Alleleijn ter overdrachte Joannes Thieuwissen [RHCL, 01.075, inv.nr. 3290, dd 3 maart 1756]

Joannes Thieuwissen, gehuwd met Maria Coninxhoven, verkoopt aan zijn zwager Christiaen Alleleijn, gehuwd met Catharina Thieuwissen, een stuk land gelegen op ‚de verbreijden wegh’ aan de weg van Banholt naar Reijmerstok voor de som van 43 gulden Brabants Maastrichter cours.

permutatie tusschen Christiaen Alleleijn ende Peter Thijssen [RHCL, 01.075, inv.nr. 3290, dd 31 mei 1759, p. 253]

In deze akte ruilt Christiaen Alleleijn, gehuwd met Catharina Thieuwissen een stuk land tegen de boerderij van Peter Thijssen [zich tevens sterk makende voor zijn zuster Maria]; Peter wordt hierbij geassisteerd door zijn oom Wijnand Reinders.
Het stuk land van Christiaen Alleleijn is gelegen ‚inde Raijerdelle’; de grootte bedraagt 1 grote en 8 ½ kleine roeden. Het stuk wordt aan de oostzijde begrensd door het land van Houppert Vreuls, ten westen door het land van Joannes Warnier. De boerderij van Thijssen bevindt zich in Banholt en wordt ten oosten begrensd door het land van Hendrik Horrion en ten westen door dat van Jan Gurts. De totale grootte bedraagt 2 grote en 3 kleine roeden. De boerderij wordt geschat op 300 gulden. Het perceel land van Christiaen Alleleijn is minder waard, zodat hij volgende lasten van de familie Thijssen overneemt:
1. 132 gulden en 10 stuivers aan ‚quijtbaer capitael’ aan de heer Fabin te Luik
2. 20 gulden kapitaal aan het adellijke huis van Mheer
3. jaarlijks een vat spelten aan de kerk van `s-Gravenvoeren
4. 37 ½ stuiver aan de pastorij van Mheer
Als onderpand stelt Christiaen Alleleijn volgende percelen:
een halve morgen land gelegen ‚op den breijden wegh’, begrensd door Claes Rumeeckers en Houppert Vreuls en 3 grote roeden land gelegen langs ‚de trichterstraat’, ten oosten begrensd door het land van de weduwe van Peter Bastings, ten westen door het land van Claes Roijen.

Christiaen Alleleijn ter overdrachte Lambert Cremers [RHCL, 01.075, inv.nr. 2391, dd 15 oktober 1760, p. 17]

Op 15 oktober 1760 verkoopt Lambert Cremers, gehuwd met Agnes Kellener een boerderij met diverse landerijen. De verschillende akten worden alle op deze datum opgemaakt voor schout en schepenen van Mheer. Christiaen Alleleijn koopt van hem een stuk land, gelegen te Mheer achter het mos ter grootte van 3 grote en 7 kleine roeden. Het land wordt ten oosten begrensd door het land van Peter Thijssen en te westen door dat van Peter Lousbergh. Christiaen betaalt hiervoor 110 gulden [10 gulden contant en de rest in vier jaarlijkse termijnen van 25 gulden tegen een interest van 9 schellingen per cento].
De andere kopers zijn: Hendrick Bastinghs, gehuwd met Jenne Steijns; Joris Broers, gehuwd met Cornelie Boex en Joannes Cruijt, jonckman.

Op 13 mei 1777 verkopen de erfgenamen van Catharina Thieuwissen [haar broers Joannes en Pieter] haar eigendommen per openbare verkoop voor notaris Cornelius Heijnen. De verkoop geschiedt ten huize van Joannes Kevers. Als getuigen treden op: Joannes Roijen en Nicolas Bastin. Op 14 mei worden de diverse akten voor schout en schepenen van de heerlijkheid Mheer gerealiseerd. [RHCL, 01.075, inv.nr. 3293, dd 13 mei 1777, diverse achtereenvolgende akten]

Het stuk land achter het mos’ dat Christiaan Alleleijn eertijds kocht van Lambert Cremers wordt nu verkocht aan Thomas Rutten. Hij betaalt hiervoor 110 gulden en 11 stuivers, waarvan 100 gulden nog betaald moeten worden aan Lambert Cremers. Christaan Alleleijn overleed immers [1761] vσσr hij zijn schulden aan Cremers kon terugbetalen.
Pieter Thijssen van ten Horst koopt een stuk land voor het mos ter grootte van 2 roeden aan beide zijden geflankeerd door het land van Gertruid Aerts. Het land is op het moment van de verkoop bezaaid met tarwe. Hij betaalt hiervoor 35 gulden per roede.
Willem Erven koopt een stuk land ter grootte van 3 grote roeden, gelegen boven de trichterweg. Ten oosten wordt dit stuk begrensd door het land van Hendrick Basten en ten westen door de straat. Hij betaalt hiervoor 40 gulden per roede.
Bernard Vreuls koopt 2 grote roeden land gelegen op den hondsrugge; naast het land van Hubert Vreuls [oosten] en Leonard Vreuls [westen]. Hij betaalt hiervoor 38 gulden per roede.
2 Grote en 10 kleine roeden land, gelegen boven de hounderdelle, ten oosten begrensd door de straat en ten westen door het land van de koper, n.l. Pieter Beckers. Hij betaalt hiervoor 37 gulden per roede.
Sr. Antoon Loverix, schepen van Mheer koopt een ½ morgen land, gelegen op den breden wegh onder Mheer. Het perceel wordt begrensd ten oosten door het land van Cornelis Rameckers, ten westen door dat van Houbert Vreuls. De schepen betaalt hiervoor 98 gulden en 5 stuivers.
Het huis met hof en aengehoorige plaetse te Banholt wordt verkocht aan Pieter Vreuls. Het betreft hier het huis dat Christiaan Alleleijn in 1759 kocht van Peter Thijssen. Zowel de schulden als de erfpachten zoals vermeld in de akte van 1759 worden door de koper overgenomen. Hij betaalt voor het huis 480 gulden; de schulden die op dat moment nog 228 gulden en 15 stuivers bedragen worden op dit bedrag in mindering gebracht. Uit de akte blijkt dat het huis ten tijde van passeren van de akte verhuurd is aan Machiel Aerts. Pieter Vreuls moet dan ook beloven om hem tot half maart te laten blijven wonen.
Naast het huis koopt Pieter Vreuls ook een weide ter grootte van 4 grote roeden, gelegen onder de steeghe. Dit perceel wordt begrensd door het land van de Heer Olislagers [ten oosten] en Hendrick Aerts [ten westen]. Hij betaalt hiervoor 61 gulden per roede.
Op 16 juni van datzelfde jaar verkoopt Pieter Vreuls de boerderij weer aan Thomas Rutten, gehuwd met Catharina Spronck. Rutten betaalt hiervoor 495 gulden en 11 stuivers. Ook hij neemt de schulden en erfrenten over waarmee de boerderij belast is, ter hoogte van 228 gulden en 15 stuivers zodat hij uiteindelijk nog 266 gulden en 16 stuivers moet betalen. Naast dit geldbedrag moet hij ook 300 voet planken en drie stoelen leveren aan de verkoper. Uit de kerkregisters weten we dat Thomas Rutten timmerman was; de pastoor van Mheer vermeld zijn beroep – faber lignarius –. Thomas huwt twee keer voor de pastoor van Mheer; in 1775 met Catharina Spronck en in 1783 met Joanna Soumong [Desoumont].



Familie Thewissen - Reinders

Hubertus Thewissen; z. v. Petrus Thewissen en van Catharina Helgers; gedoopt te Mheer op 15 december 1677] trouwt te Mheer op 17 november 1716 met Barbara Reinders; d. v. Wijnandus Reinders en van Sophia Aussems; gedoopt te Mheer op 9 oktober 1689].

uit dit huwelijk 3 kinderen, allen gedoopt te Mheer:

• Catharina Thewissen; ged.: 7 augustus 1719
• Joannes Thewissen; ged.: 1 februari 1721
• Petrus Thewissen; ged.: 28 juni 1726

Barbara Reinders overlijdt te Mheer op 4 juli 1735.

Hubertus hertrouwt te Gulpen [NG] op 6 januari 1736 en te Mheer [RK] op 22 januari 1736 met Catharina Heijnen uit Reijmerstok. Zij is de dochter van Simon Heijnen en van Mechtildis Geerkens; ze wordt gedoopt te Mheer op 3 november 1706.