AVd





home

Egidius Alleleen
z. v. Joannes Alleleen en van Cornelia Vossen
geb.: Vijlen/Epen, ca 1680
begr.: mogelijk te Vijlen, 12 december 1757 [begraafregister van de Hervormde Gemeente te Vaals]

tr.: ca 1710

Catharina Rommens
geb.: ca 1682
begr.: mogelijk te Vijlen, 13 augustus 1748 [Catarina Rommets: begraafregister van de Hervormde Gemeente te Vaals]


van dit echtpaar worden 2 kinderen RK gedoopt in Mechelen:

1. Hubertus Alleleen; ged.: 2 juni 1716 [SS: Hubertus Rommens en Gertrudis Allelein]

2. Anna Maria Alleleen; ged.: 16 maart 1718 [SS: Egidius Broun, Fredericus Liwertz en Anna Maria Matthij]



DIVERSE VERMELDINGEN

Op 22 februari 1727 [RHCL; 01,075; inv. nr. 9529; fol. 54] wordt de Haefstoot van Jan Matthé ingeschreven in de registers van de schepenbank van Holseth, Vaals en Vijlen. Jan Matthé junior, de zoon van de comparant verzoekt het schepencollege zich naar het huis van zijn vader te begeven om de akte op te maken. De comparant is echter ‘ … seer swack en buijten spraek ...‘ en daarom treedt de zoon op als plaatsvervangende spreker voor zijn vader Jan Matthe senior. Hij laat de amtenaren weten dat alle mobiele goederen reeds onder de kinderen zijn verdeeld en dat derhalve nu niets meer te verdelen valt. De amtenaren zijn dan zonder de dispositie van Haefstoot onverrichterzake naar huis gekeerd. Er volgde geen jaarlijkse verbaring hetgeen suggereert dat de comparant kort erna overleden is. Het college was schijnbaar niet tevreden met de gang van zaken want op 17 december 1727 werden een aantal getuigen gevraagd een verklaring af te leggen m.b.t. het eigendom van de overledene. Zij verklaren o.a. '... dat een van deselve laeckens nae het overlijden van voors. Johan Matthe met het cadaver van denselven in het serck off doode kist is geleijd verders verclaeren de[sel]ve dat de daegelijckse onverkochden kleederen van denselven als van outs gebruijckelick is sijn geproffiteert door de gheene die het doode lichaem ontkleet hebben...'. Verder verklaren zij onder ede dat ' ... gillis Alleleen en deselfs moeder den overledenen uitgekleedt en aen de comparanten [getuigen] geseijt hebben de gemelde oude kleederen te hebben geproffiteert ...'. [RHCL; 01.075; inv. nr. 9534; losse bladen].

Gillis Alleleijn, zoon van Jan Alleleijn en wonende onder de bank van Vijlen, compareert op 19 juni 1732 [1, 2] voor de schepenbank te Gulpen waarbij hij een stuk akkerland verkoopt aan Helena Gillissen, weduwe van Claes Vos wonende onder de bank van Gulpen. Het betreffende onroerende goed ligt aan de Trichterweg te Reijmerstock en is afkomstig uit de erfenis van Gerrit Vos [red.: broer van zijn moeder Cornelia Vos?]. Het stuk land meet 1 morgen en vijf kleine roeden en wordt belend door het eigendom van het Kapittel van Aken en de erfgenamen van Jan Meesen. De weduwe betaalt hiervoor 50 gulden [Maastrichter koers]. [RHCL, Landen van Overmaas 01.075, inv. nr. 9159, scan 151 en 152]

Op 25 maart 1734 compareerde Anthon Alleleijn gehuwd met Maria Hagelsteijn, wonende te Mechelen voor notaris Frens te Valkenburg. Hij vertegenwoordigt zijn broer Gillis Alleleijn gehuwd met Cathlijn N. Zij verkopen samen een stuk land ter grootte van 13 grote roeden gelegen aan de Groene weg te Reijmerstock aan Reijnier Freins gehuwd met Sibilla Thijsken voor een bedrag 143 gulden.
[RHCL; toegang 09.001 (Notariele archieven); inv. nr. 4171 (notaris Frens, Valkenburg) 1734 – 1735; fol. 39; scan 81 / 82; 1,  2,  3 ]


Lijste van de paerden ...
In 1739 wordt er door de schepenbank van Holset/Vaals/Vijlen een lijst gemaakt van alle inwoners van Vijlen die in het bezit waren van één of meerdere paarden. Op deze lijst wordt vermeld dat Gillis Allelein bezitter is van 1 paard. Hij woont te ‚Kammerig’.